Bedieningshandleiding GRANIT-artikel: 37270766
5.2.4 Opsporen van diep aangelegde stroomleidingen
Bij tweepolig gebruik is de zoekdiepte in hoge mate beperkt wanneer de kringgeleider bestaat uit kerndraden in
kabels met meerdere kerndraden (bijv. NYM 3x1,5 mm²) omdat de kleine afstand tussen de
stroomvoorzieningsleiding en de kringgeleider een sterk vervormd magnetisch veld veroorzaakt. Op de
vernauwde plaatsen kan niet een voldoende sterk magnetisch veld worden opgebouwd. Wanneer een
afzonderlijke kringgeleider wordt gebruikt, kan dit probleem eenvoudig worden opgelost omdat de afzonderlijke
geleider het magnetisch veld sterker kan uitbreiden. Bij een kringgeleider kan het gaan om een willekeurig type
geleidende draad of om kabelrollen. Belangrijk is dat de afstand tussen de stroomvoorzieningsleiding en de
kringgeleider groter is dan de aanlegdiepte. In de praktijk is deze afstand gewoonlijk 2 m of meer.
Randvoorwaarden:
De stroomkring moet spanningsvrij zijn.
Sluit de zender aan zoals afgebeeld in afb. 3-2-4.
De afstand tussen de stroomvoorzieningsleiding en de kringgeleider moet minimaal 2 - 2,5 m zijn.
De meetprocedure is hetzelfde als de procedure die is afgebeeld in het voorbeeld.
1. Bij deze gebruikswijze is tot aan de zoekdiepte de invloed van vocht of mortel op de muur niet van
invloed.
2. Hoe sterker tijdens het opsporen van de stroomkring de op het display van de zoeker weergegeven
signalen zijn, hoe dichterbij de door zoeker opgespoorde kabel is.
3. Stel de zendcapaciteit van de zender zodanig in dat deze is aangepast aan de verschillende zoekradii.
4. Selecteer op de ontvanger de Handmatige modus en een geschikte ontvangstgevoeligheid om de
stroomkring nauwkeurig te lokaliseren.
Pagina27 van 35