Bedieningshandleiding GRANIT-artikel: 37270766
1. Een volledige aarding moet zijn gewaarborgd.
2. De contactweerstand van een leidingsonderbreking moet groter zijn dan 100 kilo-ohm.
3. De op de zender aangesloten aarding kan de randaarde van een wandcontactdoos of een op juiste
wijze geaarde waterleidingbuis zijn.
4. Let er bij het detecteren van leidingsonderbrekingen in meeraderige kabels op dat alle overige aders in
de afgeschermde kabel of geleider volgens de voorschriften moeten zijn geaard. Dit is noodzakelijk om
een kruislingse koppeling van de toegevoerde signalen (door een capacitieve werking op de
uitgangsaansluitingen) te voorkomen. De lokalisatiediepte voor afgeschermde leidingen is
uiteenlopend omdat de individuele aders in de afgeschermde leidingen om elkaar heen gedraaid
zitten.
5.1.5 Oorzaken van storingen zoeken bij defecte elektrische vloerverwarmingen
Randvoorwaarden:
De stroomkring mag niet stroomvoerend zijn.
Alle ongebruikte leidingen moeten op de hulpaarding worden aangesloten zoals afgebeeld in afb. 3-1-5a.
Sluit de beide zenders (indien twee zenders worden gebruikt) aan zoals afgebeeld in afb. 3-1-5b.
Voer de handelingen uit zoals omschreven in het toepassingsvoorbeeld.
Pagina19 van 35
1. Wanneer een afschermingsmat op de gloeidraden is
gelegd, mag er geen aardingsaansluiting zijn.
Verwijder, indien nodig, de afscherming van de
aardingsaansluiting.
2. Er moet worden gezorgd voor een volledige aarding
en er moet voldoende afstand tussen de
aardingsaansluiting van de zender en de gezochte
leiding zijn. Wanneer deze afstand te klein is, kunnen
het signaal en de leiding niet nauwkeurig worden
gelokaliseerd.