MONTAGE EN INSTALLATIE VAN
TEMPERATUURVOELERS
Buitentemperatuurvoeler
De buitentemperatuurvoeler (beschermklasse IP 67) is een nood-
zakelijk onderdeel voor de werking van de regelaar en wordt dan
ook bijgeleverd.
AANWIJZING
Bij niet geïnstalleerde of defecte buitentemperatuurvoeler
stelt de verwarmings- en warmtepompregelaar de buitentem-
peratuur automatisch in op -5 °C. Het statuslampje op het be-
dieningselement brandt rood, het display van het bedienings-
element meldt een fout.
LET OP
Monteer de buitentemperatuurvoeler langs de noord- of
noordoostzijde van gebouwen. De buitentemperatuur-
voeler mag niet blootstaan aan rechtstreeks zonlicht. De
kabelbevestiging moet naar de grond gericht zijn.
1.
Open de behuizing van de buitentemperatuurvoeler en richt
de temperatuurvoeler ≥ 2 m boven de grond uit op de be-
vestigingsplaats.
1
Snelsluitschroeven
2
NTC-sensorelement 2,2 kΩ bij 25 °C
3
Kabelklemmen
4
Behuizingsafdichting in de behuizingsdeksel
2.
Bevestigingsgaten op de bevestigingsplaats markeren en in
de bevestigingsplaats boren. Sla de pluggen in de gaten en
schroef de behuizing van de buitentemperatuurvoeler tegen
de muur.
AANWIJZING
De pluggen en schroeven voor het bevestigen van de bui-
tenvoeler worden niet meegeleverd.
3.
Draai de kabelbevestigingsschroef los en voer de 2-aderige ka-
bel (Ø 5 - 9,5 mm, doorsnede ≤ 1,5 mm² per ader, kabellengte
≤ 50 m) door de kabelbevestiging in de behuizing naar binnen.
4.
Kabeladers van adereindhulzen voorzien, op kabelklemmen van
de buitensensor leggen en met een koppel van 0,5 Nm vast-
draaien.
5.
Kabelschroefverbindingen met een koppel van 2,5 Nm vast-
draaien. Sluit de behuizing van de buitentemperatuur voe-
ler. Daarbij controleren of de behuizingsafdichting en de afdich-
tingsvlakken schoon zijn en de correcte positie van de behui-
zingsafdichting controleren.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83055400kNL – 2.1 | ait-deutschland GmbH
LET OP
Er mag geen vocht in de behuizing ingesloten worden. Even-
tueel de behuizing aan de binnenkant zonder resten laten op-
drogen, voordat de behuizingsdeksel gemonteerd wordt.
Ervoor zorgen dat de dichtheid van de behuizing door
spanningsvrije montage gegarandeerd is en er op geen
enkel moment (bijvoorbeeld tijdens de bouwfase) water in
de behuizing van de buitensensor kan binnendringen.
Maattekeningen
Alle maten in mm.
1
Bevestigingsgaten (Ø 4,3)
2
Kabelbevestiging M16 x 1,5
3
Kabelbevestiging SW 20
Temperatuurvoeler warm tapwater
De temperatuurvoeler voor warm tapwater is een optioneel toebe-
horen en is alleen nodig bij gebruik van een afzonderlijk warmwater-
buffervat. U mag uitsluitend voelers voor warm tapwater gebruiken
die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de warmtepomp.
LET OP
het warmwaterbuffervat moet gevuld worden alvorens de
voeler voor warm tapwater aan te sluiten op de verwar-
mings- en warmtepompregelaar.
Voor zover dat nog niet is gedaan in de fabriek, moet de voeler
voor warm tapwater (Ø = 6 mm) op halve hoogte van het warm-
waterbuffervat worden gemonteerd – in ieder geval echter boven
de inwendige warmtewisselaar van het warmwaterbuffervat.
1
Aansluiting warm tapwater
2
Koudwateraansluiting
3
Warmtewisselaar
4
Temperatuurvoeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm)
5
Buffervat warm tapwater
9