A.u.b. eerst lezen Pictogrammen Deze handleiding is deel 2 van de uit 2 delen bestaande handlei- Informatie voor gebruikers. ding voor de verwarmings- en warmtepompregelaar. Verzeker u ervan dat u ook over deel 1 van deze handleiding beschikt. Indien deel 1 ontbreekt, dient u dit bij uw leverancier aan te vragen. Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel en bevoegd servicepersoneel.
Leveringsomvang Montage MONTAGE VAN DE INBOUWREGELAAR AANWIJZING voor de werking noodzakelijke temperatuurvoelers (retour- Bij apparaten voor installatie binnenshuis zit de moederbord van temperatuurvoeler, aanvoertemperatuurvoeler, persgas) zit- de verwarmings- en warmtepompregelaar in de schakelkast van ten ingebouwd in de warmtepomp en behoren niet tot de le- het betreffende apparaat geïntegreerd.
Elektrische installatie LET OP wees er zeker van dat de schroeven stevig in de muur vast- zitten. GEVAAR Draai de rechter en linker bevestigingsschroef van de behui- Levensgevaar door elektrische stroom! zingsafdekking van de verwarmings- en warmtepomprege- De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeer- laar los.
INSTALLATIE VAN DE VERWARMINGS- Basisbedrading: EN WARMTEPOMPREGELAAR Indien dat nog niet gebeurd is: verwijder de behuizingsaf- dekking van de verwarmings- en warmtepompregelaar. sectie “Montage”, “Montage van de wandregelaar“, aanwij- zingen 4. – 5. Aangesloten 230 V-stuurleiding naar de warmtepomp Aangesloten voelerleiding naar de warmtepomp Leidingen in de kabelkanalen Aangesloten 1~/N/PE/230 V voeding Eventueel andere externe kabels installeren.
VARIANTEN BEDIENINGSELEMENT Naargelang het type warmtepomp is het in de verwarmings- en warmtepompregelaar geïntegreerde bedieningselement met de volgende interfaces uitgerust: TYPE 1 N Netwerk Verbinding met besturingsprintplaat K kabelgoot 1~/N/PE/230V voeding; kabeldoorsnede max. 2,5 mm2 TYPE 2 verdere 230 V-ingangen (externe aansturing, …) voelerleidingen (extern) inclusief retoursensor TRL aan de retour naar de warmtepomp verdere 230 V-uitgangen (circulatiepomp, mengklep…)
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN LET OP TEMPERATUURVOELERS Er mag geen vocht in de behuizing ingesloten worden. Even- tueel de behuizing aan de binnenkant zonder resten laten op- drogen, voordat de behuizingsdeksel gemonteerd wordt. Buitentemperatuurvoeler Ervoor zorgen dat de dichtheid van de behuizing door De buitentemperatuurvoeler (beschermklasse IP 67) is een nood- spanningsvrije montage gegarandeerd is en er op geen zakelijk onderdeel voor de werking van de regelaar en wordt dan...
Software update / downgrade Externe retourtemperatuurvoeler De externe retourtemperatuurvoeler (optioneel) is noodzakelijk Software-updates/-downgrades kunnen via de USB-interface aan bij de hydraulische aanpassing van een buffervat (multifunctio- het bedieningselement van de verwarmings- en warmtepompre- neel vat, …). Deze moet als volgt worden aangesloten: gelaar worden uitgevoerd.
Inschakeling / Inbedrijfstelling Daarna verschijnt het volgende scherm: Bij een voor werking gerede, maar nog niet geconfigureerde in- stallatie (eerste inschakeling) verschijnt eerst de taalkeuze. Selecteren van de displaytaal: Deel 1 van de gebruiksaanwij- zing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, sectie “Basisinformatie over de bediening“.
IBN-Assistent AANWIJZING Als er geen warmtebron gekozen wordt en de opvraging al- ls de IBN-Assistent niet via het knipperende “GO”-symbool in het leen door het aansturen en selecteren van beantwoordt navigatiebeeldscherm wordt opgeroepen, kan dit in het pro- wordt, wordt automatisch “Brine” als warmtebron ingesteld. grammabereik “Service”...
PARAMETERS IBN INSTELLEN PARAMETERS IBN-ASSISTENT TERUGSTELLEN Met de toegang tot de installateur of de klantenservice is het mo- Als uw warmtepomp door een geautoriseerde klantenservice in gelijk om de instellingen die tijdens de inbedrijfstelling zijn ge- bedrijf is gesteld en de inbedrijfstellingsparameters zijn opgesla- maakt op te slaan (= Parameters IBN instell.).
Programma-onderdeel “Koeling“ AANWIJZING De minimale aanvoertemperatuur van koeling is in de fa- briek ingesteld op 18 °C. Deze waarde kan in de sectie “Temperaturen vastleggen” worden gewijzigd onder het LET OP menuoptie “min. aanvoer koeling”. Het programma-onderdeel “Koeling” mag u uitsluitend activeren als er een koelmengklep in combinatie met een LET OP brine/water-warmtepomp of LWD reversibele is aangeslo-...
INSTELLEN VAN DE BEDRIJFSMODUS “KOELING” TEMPERATUUREN INSTELLEN De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd met . BT-vrijgave Automatisch Gewenste buitentemperatuurvrijgave Voor het inschakelen van de koeling afhankelijk van Boven de ingestelde waarde is de koeling voor de duur van de onder “Parameters” de buitentemperatuurvrijgave of na ingestelde vaste ingestelde tijd vrijgegeven.
PARAMETERS INSTELLEN BT-overschrijding De koeling start in de bedrijfsmodus “Automatisch”, als de buitentemperatuur lan- ger dan de onder “BT-overschrijding” ingestelde tijd of eenmalig met 5 K over- schreden wordt. BT-onderschrijding De koeling wordt in de bedrijfsmodus “Automatisch” beëindigd als de buitentem- peratuur langer dan de buitentemperatuur onder de ingestelde tijd voor “BT-on- derschrijding”...
Temperaturen oproepen Programma-onderdeel “Service“ AANWIJZING De software detecteert automatisch het aangesloten type warmtepomp. Parameters die niet relevant zijn voor de Het menu is hier onvolledig afgebeeld. omstandigheden van het systeem en/of het type warmte- pomp zijn verborgen. Sommige van de in dit onderdeel van Aanvoer Anvoertemperatuur verwarmingscircuit het programma-onderdeel gedocumenteerde parameters...
Ingangen oproepen Uitgangen oproepen Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Ventiel- / circulatieomkering AANWIJZING AAN = ontdooibedrijf respectievelijk in dit menu vindt u informatie over de digitale ingangen circuitomkering actief van de regeling en of deze aan- of uitgeschakeld zijn. Circulatiepomp voor warm-tapwater ontdooien, flow brinecircuit, FUP 1...
Aflooptijden oproepen Storingsbuffer oproepen Het menu is hier onvolledig afgebeeld. WP in vanaf Warmtepomp loopt sinds (tijdformaat altijd in hh:mm:ss) ZWE1 in vanaf Tweede warmteopwekker 1 loopt sinds Storingsnummer (hier als voorbeeld) ZWE2 in vanaf Tweede warmteopwekker 2 loopt sinds 16.10.19 Netinsch.vertr.
Bij deze Installatiestatus oproepen warmtepompen kan de energie direct worden uitgelezen – bij alle andere apparaten van de Luxtronik 2.0-serie kan de energiemeting extern (toebehoren) worden geïnstalleerd. Het menu is hier onvolledig afgebeeld.
INSTELLINGEN UITVOEREN Smart oproepen AANWIJZING Menu-invoer wordt alleen weergegeven als de toegang tot de klantenservice is geactiveerd en als: ● “Ruimteopnemer” is ingesteld op “Smart” ● “Smart” instellingen zijn gemaakt. pagina 23, “Systeeminstelling vastleggen”, “Ruimteopne- mer” pagina 29, “Smart” Datatoegang bepalen Het menu is hier onvolledig afgebeeld.
Verkortprogramma oproepen Hysterese Tapw. Hysterese warm tapwater Instelling van de regelhysterese voor de productie van warm Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en tapwater (negatieve hysterese). warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Service“, sec- tie “Verkortprogramma oproepen“. Temperaturen vastleggen in dit temperatuurgebied wordt geen warm tapwaterproductie gevraagd in dit temperatuurgebied wordt warm tapwaterproductie gevraagd...
T-WQ min Minimum warmtebrontemperatuur Hysterese koeling Hysteresis-koelcircuit Instelling van de minimaal toelaatbare temperatuur bij de Standaardwaarde voor reversibele lucht/water- warmtebron-uitgang van de warmtepomp. warmtepompen: 3 K bij B/W-apparaten: Standaardwaarde voor brine/water-warmtepompen: 2 K Met KD-toegang kan een waarde boven -9 °C wor- Tapwater max. Maximale warmwatertemperatuur den ingesteld (noodzakelijk bij het aansluiten van Een waarde die wordt ingesteld om de maximale...
Systeeminstelling vastleggen Menggroep 1 Menggroep 1 Instelling van de functie van de mengklepsturing Laden Mengklep dient als ladingsmengklep, bijvoorbeeld voor een ketel Ketel Warmtepomp TB1 Temperatuurvoeler aanvoer Ontladen Mengklep dient als regelmengklep, Het menu is hier onvolledig afgebeeld. bijvoorbeeld voor een vloerverwarming LET OP Verkeerde, niet op de installatiecomponenten afgestemde programma-instellingen brengen de veiligheid en de...
Pagina 24
ZWE1 Functie ZWE2 Functie Vrijgave ZWE1 Functie Functie van de tweede warmteopwekker 1 Verw en Tapw Tapwater Geen ZWE aangesloten, installatie werkt monovalent Storing Storing Verwarmen ZWE bevindt zich als elektrisch zonder ZWE bij storing van de warmtepomp worden verwarmingselement in het buffervat aangesloten ZWE slechts ingeschakeld Verw en Tw ZWE bevindt zich hydraulisch in...
Pagina 25
verwarmingsgrens wordt de geschakeld om vastzitten van de pomp verwarmingscirculatiepomp te voorkomen. uitgeschakeld. LET OP Bij integratie van een multifunctioneel warmtapwaterbuf- Warmtepomptype Fabrieksinstelling fervat met vaste stoffen of zonne-energie, moet pompop- met HUP timalisatie op “Nee” ingesteld worden. met HUP Toegang Datatoegangsbevoegdheid met HUP...
Pagina 26
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en Regeling Menggr.1 Regeling menggroep 1 warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Parallelbedrijf“ BT-afhank. de aanvoertemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis Afstandsbeheer Verbinding met de server voor van de ingestelde stooklijn afstandsbediening van de fabrikant Vastetemp.
Systeem ontluchten Smart Grid Smart Grid-functie uitgeschakeld Smart Grid-functie ingeschakeld pagina 29, “Smart Grid” Regeling Menggr.1 Snelheid menggroep 1 snel hoge regelsnelheid midden gemiddelde regelsnelheid langzaam langzame regelsnelheid Scroll helemaal naar beneden in het display. Sla de instellingen. Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Verwarmings- en vloerverwarmings- circulatiepomp Aanvullende circulatiepomp...
RBE – ruimtebedieningseenheid Zolang het ontluchtingsprogramma actief is, wordt het overeen- komstige programmasymbool in het navigatiedisplay weerge- Als de installatie over een RBE ruimtebedieningseenheid (toebe- geven: horen tegen betaling) beschikt, wordt deze hier ingesteld: Parameters IBN instellen pagina 12, “Parameters IBN instellen” Foutgeheugen extern opslaan AANWIJZING Voor het gebruik van de functie is klantenservice-toegang...
Smart Smart Grid Het menupunt “Smart” verschijnt alleen, als op de verwarmings- Voor het gebruik van de Smart Grid-functie zijn de beschikbaar- en warmtepompregelaar een afzonderlijke ruimteregeling (toe- heid van de Smart Grid-functionaliteit in uw stroomtarief alsmede behoren tegen betaling) aangesloten is en onder “Ruimteopne- een bijzondere bedrading de voorwaarden.
Aansluitschema Smart Grid EVU 1 EVU 2 Bedrijfstoestand AAN (1) AAN (1) 4 (= Verhoogde werking) De warmtepomp stelt een nieuwe instel- waarde in voor de verwarming, die met de waarde “Verhoging verwarming” verhoogd is. De ingestelde verwarmingshysterese HR is geldig. Verwarmen: De warmtepomp werkt in CV-bedrijf in het bereik “Instelwaarde”...
OPWARMPROGRAMMA AANWIJZING Het opwarmprogramma dient voor de automatische opwarming Als er voor het opwarmen van de vloer minder dan tien van estrikvloeren. Daarvoor worden in het menu tien niveaus trappen nodig zijn, moet het tijdsinterval bij alle niet beno- van ingestelde aanvoertemperaturen voor de telkens toegewe- digde trappen op “0h”...
Opwarmprogramma starten AANWIJZING Na afloop van een TT-temperatuurtrap wordt het bijbeho- AANWIJZING rende tijdsinterval op “0h” gezet. Op die manier wordt ge- Terwijl het verwarmingsprogramma loopt, wordt op het garandeerd dat het opwarmprogramma na een eventuele display -10 °C als buitentemperatuur aangegeven. De stroomuitval verdergaat bij die aanvoertemperatuurtrap warmwaterbereiding is niet mogelijk.
INSTALLATIECONFIGURATIE IBN-ASSISTENT pagina 11, “IBN-Assistent” AANWIJZING wanneer een bepaalde gebruiksmodus niet nodig is in uw IBN-PARAMETER TERUGSTELLEN installatie, is het onnodig de bijbehorende programmaon- pagina 12, “Parameters IBN-Assistent terugstellen” derdelen op het display weer te geven. Een voorbeeld: uw installatie is uitsluitend bestemd voor DATALOGGER verwarming.
Storingsdiagnose / foutmeldingen Melding Beschrijving Remedie Lage-drukstoring Lagedrukpressostaat f lagedruksensor in koelcircuit heeft WP op lekken, schakelpunt pressostaat, vergrendeling meermaals gereageerd (L/W) of langer dan 20 seconden (S/W). ontdooiing en TA-min controleren. Servdienst bellen Lage-drukstoring Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Lagedruk in WP op lekken, schakelpunt pressostaat, en onderbroken koudemiddelcircuitkoudemiddelcircuit heeft gereageerd.
Pagina 35
Melding Beschrijving Remedie Tempdiff ABT Temperatuurspreiding in het verwarmingscircuit is > 15 K Werking en positie van de aanvoer- en Installateur bellen tijdens het ontdooien (=bevriezingsgevaar). retourvoelers, pompvermogen HUP, overlopen en verwarmingscircuits controleren. Installatiefout TW Warm-tapwatermodus gestoord, temperatuur ver onder de Circulatiepomp TW, buffervatvulling, Installateur bellen gewenste opslagtemperatuur.
Melding Beschrijving Remedie Voeler aanzuiging Voelerfout Tü aanzuiging compressor Voeler controleren, evt. vervangen. compressor Voeler aanzuiging Voelerfout Tü1 aanzuiging verdamper Voeler controleren, evt. vervangen. verdamper Voeler Voelerfout compressorverwarming Voeler controleren, evt. vervangen. compressorverwarming Oververhitting Oververhitting langer dan 5 minuten onder 2K. Bij de eerste inschakeling het draaiveld controleren, anders contact opnemen met klantenservice.
Pagina 37
Melding Beschrijving Remedie LIN-verbinding verbroken Er kon geen hoofdprintplaat en ook elders geen configuratie Coderingsstekkers op LIN-printplaat(en) worden gevonden. controleren. inverter temperatuur Temperatuurfout in de inverter. Minstens 5x binnen 24 h te Fout zelf fixes. hoge interne invertertemperatuur. Overspanning Overspanning op de inverter. Stroomvoorziening inverter controleren.
Technische gegevens RESETTEN VAN EEN STORING Als er zich een storing voordoet en er op het display een foutmel- ding verschijnt, moet u: MONTAGE Het foutnummer noteren. Alleen in vorstvrije, droge en tegen weersinvloeden beschermde ruimten. De foutmelding bevestigen door de “draai-drukknop” (7 se- Omgevingstemperatuur: 0 °C –...
KARAKTERISTIEKEN TEMPERATUURSENSOR MEETGEBIED TEMPERATUURVOELERS Temperatuur- t / °C R / kΩ Meetgebied Temperatuurvoelerdefect voelertype 21,291 -40°C naar 40°C 16,425 -50°C naar 90°C -5 °C 12,773 -45°C naar 155°C 75 °C 10,010 TFB1 -20°C naar 150°C 75 °C 7,903 TRL ext -40°C naar 40°C 5 °C +/-0...
Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling AANWIJZING De software detecteert automatisch het aangesloten type warmtepomp. Parameters, die voor omstandigheden van de installa- tie c.q. het type warmtepomp niet relevant zijn, worden uitgeregeld. Het kan daarom zijn dat enkele van de in dit overzicht aan- wezige parameters niet op het scherm van uw verwarmings- en warmtepompregelaar verschijnen.
Pagina 42
Instelling bij in bedrijf Parameter Fabrieksinstelling Waardenbereik (instelbare stappen) Toegang nemen *) Tapwater max. 65 °C °C 30 °C – 65 °C (↕0,5) Install. Min. retourtemp. 15 °C °C 15 °C – 30°C (↕0,5) Gebruiker Ontdooi eind temp. 45 °C 35 °C –...
Pagina 43
Instelling bij in bedrijf Parameter Fabrieksinstelling Waardenbereik (instelbare stappen) Toegang nemen *) Warmw. naverw. Nee • Ja Gebruiker Warmw. naverw. max. – 1 h – 10 h (↕0,5) Install. Smart Grid Nee • Ja Install. Regeling Menggr.1 snel snel • midden • langzaam Gebruiker Circulatiepomp draait Circulatiepomp draai...