Onderhoud
Legenda voor Figuur 22
1.
ACCUMULATOR (OPTIONEEL)
2.
HYDRAULISCHE OLIETANK
3.
HYDRAULISCHE OLIEPEILMETER
4.
OLIEFILTER HYDRAULISCH SYSTEEM
5.
VULDOP HYDRAULISCHE OLIE/INBUSSCHROEF
6.
HYDRAULISCHE TANKONTLUCHTING MET INDICATOR
Verwijder om hydraulische olie bij te vullen de inbuskopplug en voeg hydrau-
lische olie via de opening bij met de terugvoerfilter op zijn plaats. Als grote
hoeveelheden olie toegevoegd moeten worden, gebruik dan een pomp met
een filter. De filter dient minstens tot 3 microns (0,0001 in.) te filteren. Voor-
dat de vulslang van de pomp met de filter in de hydraulische tank geplaatst
wordt, dient de hydraulische terugvoerfilter verwijderd te worden.
Controleer het hydraulische systeem op lekkage, beschadigingen of loszit-
tende onderdelen.
Ruitensproeiervloeistof
De tank bevindt zich in de linkerachterhoek van de bestuurderscabine. Con-
troleer het peil in de tank via de drie gaten in het frame van de bestuurders-
120
www.duma-rent.com
cabine. Vul indien nodig vloeistof bij via de vulopening buiten de
bestuurderscabine.
Motorolie
WAARSCHUWING
Langdurige blootstelling aan afgewerkte motorolie kan huidirritatie of
kanker veroorzaken. Wees voorzichtig bij het controleren en toevoe-
gen van motorolie. Was de huid die met olie in contact is gekomen met
een reinigingsmiddel en water.
Wacht nadat u de motor hebt afgezet een minuut voordat u het oliepeil gaat
controleren. Houd het olie op het juiste peil zoals aangegeven op de olie-
peilstok. Zie Figuur 23 voor de juiste locatie van de motoroliepeilstok.
Gebruik de juiste olie zoals aangegeven in Tabel 21 en Tabel 22.