Tabel 18. Onderhoudsschema voor de truck − inspecteren en afstellen (voortdurend)
Onder-
Referentie
deel
nr.
Turbocompressorlader
28
Ventilatornaaf, riemnaaf en poelie tussentand-
wiel
15
Remsysteemaccumulator
Accumulator van hefsysteem (optioneel)
De transmissiekoppeling ijken
Kruippedaal voor het ijken van de sensor
14
Ontluchtingselement carter motorblok
31
Bevestigingen van motor en transmissie
33
Voordraaimoment lager aandrijfwielnaaf
13
Voordraaimoment lager stuur
11
Trillingsdemper
www.duma-rent.com
Interval
2000 uur/12 mnd.
Controleer de schoepen. Draai klemmen en bevestigingen vast.
2000 uur/12 mnd.
Controleer of deze goed draaien. Repareer indien nodig. Zie Onderde-
lenhandleiding.
2000 uur/12 mnd.
Controleer of de druk vóór het opladen 9,0 ±1,0 MPa (1305 ±73 psi)
bedraagt.
2000 uur/12 mnd.
10,00 ± 0,5 MPa (1450 ± 73 psi)bij 20 °C (68 °F). Meet de voorladingsdruk
en pas deze waar nodig aan.
2000 uur/12 mnd.
Voer kalibratie van de koppeling uit.
2000 uur/12 mnd.
Controleer kalibratie en pas waar nodig aan.
2000 uur/12 mnd.
Vervang indien nodig. Zie de Onderdelenhandleiding.
3000 uur/12 mnd.
Controleer isolatieschakelaar en bevestigingen. Vervang indien nodig. Zie
Onderdelenhandleiding.
3000 uur/12 mnd.
Opnieuw vastdraaien tot 450 Nm.
3000 uur/12 mnd.
Pas het voordraaimoment aan als het draaimoment voor het draaien van
de wielnaaf minder dan 6 Nm is.
3000 uur/12 mnd.
Controleer markeringen, controleer op vloeistoflekkage en vervorming.
Vervang indien nodig. Zie Onderdelenhandleiding.
Zie Figuur 14 voor puntnrs.
Dagelijkse inspecties
Procedure
103