Onderhoud
Controles uitvoeren bij stilstaande motor
WAARSCHUWING
Werk niet met een heftruck die gerepareerd moet worden. Geef even-
tuele mankementen onmiddellijk door. Wanneer de heftruck gerepa-
reerd moet worden, moet in de bestuurdersruimte een briefje
achtergelaten worden met de waarschuwing `NIET GEBRUIKEN'. Haal
de sleutel uit het contactslot.
Zet de heftruck op een horizontale ondergrond. Laat het vorkjuk en de vor-
ken zakken, zet de motor af en zet de truck op de parkeerrem. Open de
motorkap en controleer op lekkage en op andere afwijkende situaties. Ruim
gemorste olie of brandstof op. Controleer of alle oppervlakken vrij zijn van
olie, smeermiddelen, brandstof en organisch stof of vezels (papier, hout,
katoen, gras/koren, enz.).
Waarschuwings- en veiligheidsstickers
WAARSCHUWING
Op de heftruck zijn stickers met waarschuwingen en veiligheidsvoor-
schriften aangebracht om informatie te verschaffen over de bediening
en mogelijke risico's. Het is belangrijk dat alle veiligheidsstickers goed
zichtbaar en leesbaar op de heftruck zijn aangebracht
Controleer of alle veiligheidsstickers op de juiste plaatsen op de heftruck
zijn aangebracht. Zie de Onderdelenhandleiding voor de juiste plaatsing
van de veiligheidsstickers.
110
Onderhoudsprocedures om de 8 uur of dagelijks
www.duma-rent.com
Banden en wielen
WAARSCHUWING
Door de luchtdruk in een luchtband kunnen de band en delen van het
wiel soms uit elkaar springen. Dit kan ernstig of zelfs dodelijk letsel
veroorzaken.
Laat de banden helemaal leeglopen voordat u de wielen van de hef-
truck haalt.
Verwijder als de bandenspanning minder dan 80 % van de juiste ban-
denspanning is de band voordat u deze gaat oppompen. Plaats de
band in een veiligheidskooi voordat u hem gaat oppompen. Volg de
procedures zoals beschreven in Banden en wielen.
Gebruik bij het oppompen van de banden een lange luchtslang met
een klembus. Degene die de band oppompt moet namelijk naast de
veiligheidskooi kunnen staan en niet ervoor.
VOORZICHTIG
Controleer bij het eerste gebruik van nieuwe heftrucks en bij alle hef-
trucks wanneer de aandrijfwielen eraf geweest zijn en weer opnieuw
zijn gemonteerd alle wielmoeren na 2 tot 5 uur rijden. Draai de moeren
kruiselings aan tot het juiste aanhaalmoment, zoals aangegeven in
Figuur 31. Blijken de moeren dan na acht uur nog precies even vast te
zitten, dan kan verder om de 250 uur worden gecontroleerd.
Een te hoog aanhaalmoment van de moer kan de tapbouten, afstan-
driemen en wielen beschadigen.