8. TRANSPORT
De gebruiker is verantwoordelijk voor het transport van de machine over de openbare wegen. Ga de
nationale wetgeving na omtrent de regelgeving. Gezien het gewicht van de machine is het niet aan te
raden om met een opgeheven machine harder dan 12 km/h (8mph) te rijden. Hogere snelheden
kunnen tot gevaarlijke situaties en beschadigingen aan machine en tractor leiden.
Wanneer de machine van de grond geheven is moet minimaal 20% van het gewicht
van de trekker op de vooras steunen.
Wanneer de machine niet achter de tractor vervoerd wordt mag de machine vastgezet/ gehesen
worden aan de volgende punten: (Fig. 5)
1: Hijspunt voor het ophijsen van de machine.
2: Vastzetpunten gepositioneerd aan beide zijdes van de machine.
9. INGEBRUIKNAME VAN DE MACHINE
9.1. Veiligheid
Voordat de machine gebruikt kan gaan worden, dient men het volgende na te gaan:
1. Zijn er losse objecten aanwezig op het veld? Verwijder deze eerst.
2. Zijn er hellingen? De maximale helling waarop gewerkt mag worden met deze machine is 20
graden. Werk altijd van boven naar beneden.
3. Zitten er kabels/pijpen in de grond? Zo ja, bepaal de diepte hiervan en stel de werkdiepte van de
machine op 60% hiervan in.
4. Zitten er harde objecten in de grond? Zo ja, gebruik de Verti-Drain® 2519 op een aangepaste
snelheid en pas de werkdiepte aan.
Fig. 5
15