INLEIDING
2.2
Kenplaat
De kenplaat geeft het land aan waar het toestel mag worden
geïnstalleerd.
Plaats van de kenplaat :
1
Legende
1
Kenplaat
Op de kenplaat staan de volgende gegevens :
- De naam van de fabrikant
- Het land van bestemming
- De handelsbenaming van het toestel en zijn serienummer
- De toegelaten installatietypes met luchtpijp
- De productcode
- De gascategorie van het toestel
- De aard, de groep en de in de fabriek ingestelde gasdruk.
- Het specifieke debiet D)
- De maximale bedrijfsdruk in de verwarmingskring (PMS)
- De maximale werkdruk van de sanitaire kring (PMW)
- De NOx-klasse van het toestel
- De aard en de voedingsspanning
- Het maximaal opgenomen elektrisch vermogen
- De elektrische beschermingsgraad
- Het minimale en maximale warmtedebiet (Q)
- Het minimale en maximale nuttig vermogen (P)
- Het nummer en het CE-logo
Sluit het toestel uitsluitend aan op het (de) gastype(s)
a
vermeld op de kenplaat.
- 4 -
2.3
Gascategorie
Deze ketel is uitsluitend bestemd voor gebruik op G20 of G25.
2.4
Reglementering en wettelijke vereisten
CE-merkteken
Het CE-merkteken geeft aan dat de toestellen die in deze
handleiding worden beschreven, voldoen aan de volgende
richtlijnen:
- Richtlijn gastoestellen (richtlijn 2009/142/EG van de Raad van
de Europese Gemeenschap)
- Richtlijn met betrekking tot de elektromagnetische
compatibiliteit (richtlijn 2004/108/EG van de Raad van de
Europese Gemeenschap)
- Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 2006/95/EG van de Raad van
de Europese Gemeenschap)
- Richtlijn met betrekking tot het rendement van ketels (richtlijn
92/42/EG van de Raad van de Europese Gemeenschap)
0020105217_06 - 09/12 - Bulex