INSTALLATIE
8.2
Omschrijving van de configuratie voor
rookgasafvoer
8.2.1
Horizontaal luchtpijpsysteem Ø 60/100 mm of
Ø 80/125 mm (installatietype C13)
Aandacht! Als de rookgassen op minder dan 1,80 m
a
van de grond uittreden, moet u een eindbeschermkit
aanbrengen.
Aandacht! De openingen van de eindstukken van
b
afzonderlijke leidingen moeten in eenzelfde vierkant
met zijde 50 cm uitmonden.
Ø 60/100 mm
1
Legende
1
Dichting
Ø 80/125 mm
1
Legende
1
Type
Ø 60/100
Ø 80/125
Telkens een extra elleboog van 90° nodig is (of 2 van 45°), moet
de lengte L met 1 m worden verminderd.
- 14 -
L
6 3
L
Dichting
Max. lengte
10 m
25 m
8.2.2
Verticaal luchtpijpsysteem Ø60/100 mm of Ø
80/125 mm (installatietype C33)
Aandacht! Als de rookgassen op minder dan 1,80 m
a
van de grond uittreden, moet u een eindbeschermkit
aanbrengen.
Aandacht! De openingen van de eindstukken van
b
afzonderlijke leidingen moeten in eenzelfde vierkant
met zijde 50 cm uitmonden.
L
Type
Ø 60/100
Ø 80/125
Telkens een extra elleboog van 90° nodig is (of 2 van 45°), moet
de lengte L met 1 m worden verminderd.
8.2.3
Luchtpijpsysteem voor gemeenschappelijke
buis Ø 60/100 mm (installatie van type C43)
Aandacht! De verbindingen met de buis moeten
b
gebeuren met speciaal door de fabrikant van het
toestel ontwikkeld toebehoren.
Een ketel aangesloten aan een installatie van Type
b
C43 mag alleen verbonden worden met schoorstenen
met natuurlijke trek.
De condensaten die afkomstig zijn van
b
gemeenschappelijke leidingsystemen mogen niet aan
de ketel worden toegevoerd.
Max. lengte
10 m
25 m
0020105217_06 - 09/12 - Bulex