Inhoudsopgave
Advertenties
2.4
2.5
2.3
2.2
2.1
2
4.3
4.2
4
4.1
Legende
1
Ketel
2
Zakje met toebehoren
2.1
Slang voor de afvoer van de condensaten
2.2
Zakje met dichtingen
- Platte dichting ½"
- Platte dichting ¾"
- Aanslag
2.3
Verlengbuis voor aansluiting op de vulkraan
2.4
Zakje met toebehoren voor de rookgasafvoer
2.5
Zakje met koppelingen
- Koppeling retourleiding verwarming
- Koppeling aanvoerleiding koud water
- Koppeling uitgaande verwarmingsleiding
- Koppeling sanitair warm water
- Koppeling voor gasaansluiting
3
Zakje met documenten
3.1
Magnetische etiketten
3.2
Kaart "vertrouwensinstallateur"
3.3
Garantieaanvraag
3.4
Gebruiksaanwijzing
3.5
Installatiehandleiding
4
Zakje met plaatsingstoebehoren (*)
4.1
Boorsjabloon (*)
4.2
Montageplaat (*)
4.3
Ophanghaak (*)
(*)
Apart besteld
0020105217_06 - 09/12 - Bulex
3.4
3.5
3.3
3.2
3.1
3
6.2
Aanbevelingen voor installatie
1
6.2.1
Ontwerp van de sanitaire kring
De sanitaire verdeelkring moet zo verwezenlijkt worden dat de
drukverliezen minimaal zijn: beperk het aantal bochten, gebruik
kraanwerk met grote doorlaatsectie om een voldoende debiet te
garanderen.
De ketel kan werken met een minimale voedingsdruk, maar
dan zal het debiet wel klein zijn. Een beter gebruikscomfort zal
verkregen worden vanaf een voedingsdruk van 1 bar.
6.2.2
Ontwerp van de verwarmingskring
De ISOTWIN CONDENS -verwarmingsketels kunnen in alle soorten
installaties worden ingebouwd: tweepijps, enkelpijps, in serie of
afgetakt, vloerverwarming...
Als verwarmingsoppervlakken kunnen radiatoren, convectoren,
luchtverhitters of vloerverwarming worden gebruikt.
Bij vloerverwarming moet de installatie uitgerust zijn met een
thermostaat in de uitgaande leiding die ingesteld is op 54°C.
Deze niet-meegeleverde voorziening moet door zijn traagheid
het «pendelen» (opeenvolging van warm en koud water bij het
tappen) voorkomen.
Opgelet ! Nieuwe installaties dienen altijd goed
b
gespoeld te worden met proper leidingwater. Oude
installaties moeten eerst gereinigd en gespoeld
worden. Indien de hardheid van het water hoger is
dan 20 °F, dient een waterbehandeling te worden
voorzien met producten van categorie 3, BELGAQUA
gekeurd en dit in de juiste door de fabrikant
(x1)
aanbevolen verhoudingen. Het is aangeraden de
installatie te vullen met verzacht water (minimum 6
(x1)
°F).
(x1)
(x1)
De secties van de leidingen moeten bepaald worden met behulp
(x2)
van de debiet/druk-kromme op (Zie hoofdstuk "Regeling van
(x5)
het debiet van de verwarmingskring"). De berekening van het
(x2)
verdeelnet moet gebaseerd zijn op het debiet dat overeenkomt
(x1)
met het werkelijk benodigde vermogen, zonder rekening te
(x1)
houden met het maximumvermogen dat de ketel kan leveren.
(x1)
We bevelen echter aan een voldoende debiet te voorzien om
(x1)
maximaal een temperatuurverschil van 20°C te krijgen tussen
(x1)
de uitgaande leiding en de retourleiding. Het minimale debiet
(x1)
is opgegeven in het hoofdstuk "Technische kenmerken" aan het
(x1)
einde van de handleiding.
(x1)
Bij de bepaling van het tracé van de leidingen moeten alle
(x1)
nodige voorzieningen worden genomen om luchtbellen te
(x1)
vermijden en om het permanent ontluchten van de installatie te
(x1)
vergemakkelijken. Op elk hoog punt van de leidingen of op alle
(x1)
radiatoren moeten er aflaatkranen voorzien zijn.
(x1)
Het totaal toegestane watervolume in de verwarmingskring hangt
(x1)
onder andere af van de statische belasting in koude toestand.
Het in de ketel ingebouwde expansievat wordt geleverd in de
(x1)
(x1)
toestand zoals die in de fabriek is afgeregeld (zie hoofdstuk
(x1)
"Technische kenmerken" aan het einde van de handleiding).
(x1)
Deze vuldruk kan bij de inbedrijfstelling aangepast worden voor
het geval de statische belasting hoger is. Het is aan te bevelen
in het onderste punt van de installatie een aflaatkraan aan te
brengen.
INSTALLATIE
- 9 -
Advertenties
Inhoudsopgave
