10.1.4
Gasverbruik
b
Elke interventie op het gascircuit is strikt verboden!
De gasdebieten hangen af van het CO2-gehalte in de rookgassen
en van de ventilatorsnelheid.
• Controleer het CO2-gehalte in de rookgassen en vergelijk dit
met de waarden die opgegeven is in het hoofdstuk "Meting van
het CO2-percentage".
Legende
1
XXXX = min.-snelheid van de ventilator
2
YYYY = max.-snelheid van de ventilator
• Om de min. (1) en de max.-snelheden (2) van de ventilator te
kennen, raadpleegt u het etiket op de geluiddemper van het
toestel.
10.1.5
Controle van de max.-snelheid van de ventilator
• Activeer de testmodus "P.01" en stel de waarde in op 100 om
het toestel tot Pmax. te dwingen. We verwijzen hiervoor naar
het hoofdstuk "Testmodi"
• Vanaf het moment dat de geforceerde brandermodus
geactiveerd is, druk gedurende meer dan 7 seconden op de
toets
om naar het parametermenu over te gaan. Het
scherm geeft "0"
weer.
0020105217_06 - 09/12 - Bulex
1
2
• Om de max.-snelheid van de ventilator na te gaan, zie
hoofdstuk "Regelingen bij de installatie" en gebruik de code
"d.34".
• Als de waarde weergegeven op het scherm op ± 200 t/min
na overeenkomt met de waarde "YYYY" die vermeld is op het
etiket, zijn de gasdebieten correct.
• Als dit niet het geval is, neem dan contact op met de dienst-na-
verkoop.
• Druk op de toets RESET
gedurende meer dan 3 seconden op de toets
het testmenu over te
gaan.
10.1.6
Controle van de min.-snelheid van de ventilator
• Activeer de testmodus "P.01" en stel de waarde in op "0" om
het toestel naar Pmin te laten gaan. Wend u tot het hoofdstuk
"Testmodi".
• Als de geforceerde brandermodus geactiveerd is, druk
gedurende meer dan 7 seconden op de toets
gaan naar het parametermenu. Het scherm geeft "0"
• Om de min. snelheid van de ventilator te controleren, zie het
hoofdstuk "Regelingen bij de installatie" en gebruik de code
"d.34".
• Als de waarde weergegeven op het scherm op ± 200 t/min
na overeenkomt met de waarde "XXXX" die vermeld is op het
etiket, zijn de gasdebieten correct.
• Als dit niet het geval is, neem dan contact op met de dienst-na-
verkoop.
• Druk op de toets
om het testmenu te verlaten of druk
gedurende meer dan 3 seconden op de toets
het testmenu over te
gaan.
10.2
Het verwarmingssysteem testen
• Controleer of de externe regelorganen (kamerthermostaat,
buitenvoeler...) een verwarmingsvraag naar het toestel
versturen.
• Vergewis u ervan dat alle thermostatische kranen van de
radiatoren open staan.
• Activeer de verwarmingsfunctie op het bedieningspaneel van
het toestel.
• Balanceer de verwarmingslichamen uit indien nodig.
10.3
Test van het sanitaire warmwatersysteem
• Open een warmwaterkraan.
• Controleer of de verkregen temperatuur overeenkomt met de
regeling die u op het toestel hebt uitgevoerd.
INSTALLATIE
om het testmenu te verlaten of druk
om naar
om over te
weer.
om naar
- 21 -