Configuratieopties
Configuratie-opties kunnen resulteren in gewijzigde interfaceknoppen en
indicatie-LED's. Zie Tabel 3 hieronder.
Tabel 3: Geconfigureerde wijzigingen voor interfaceknoppen en indicatie-LED's
Item
NEN 2575
9
Onderhoud detector
Bediening en indicatie-LED's
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de bedieningselementen en
indicatie-LED's van de centrale. De itemnummers verwijzen naar Afbeelding 1 op
pagina 2.
Het is mogelijk dat de hier beschreven bedieningsfuncties niet voor alle
gebruikers beschikbaar zijn. Meer informatie over de bediening van de centrale
en toegangsrestricties vindt u in het onderwerp "Bediening van de centrale" op
pagina 12.
Tabel 4: Bedieningselementen en indicatie-LED's
Item
Bedieningselement/
Indicatie-LED
1
Groepsknoppen en
indicatie-LED's
1X-E4-serie Bedieningshandleiding
NEN 2575 met EN 54-13
Storing uitgang
Storing/Uitgeschakeld
Kleur
Beschrijving
indicatie-
LED
Rood/Geel Schakelt een groep uit of test een groep
(wanneer deze met de algemene knop Gedeelte
uit of de algemene knop Test wordt ingedrukt).
Een rode indicatie-LED geeft aan dat er in de
overeenkomende groep een alarm is afgegaan.
Een rood knipperende indicatie-LED geeft aan
dat het alarm door een detector werd geactiveerd.
Een rood brandende indicatie-LED geeft aan dat
het alarm door een handbrandmelder werd
geactiveerd.
Een gele indicatie-LED geeft aan dat er in de
overeenkomende groep een storing is, een test
wordt uitgevoerd of een groep uitgeschakeld is.
Als de gele LED knippert, is er een storing. Een
geel brandende indicatie-LED geeft aan dat de
groep uitgeschakeld is of getest wordt.
3