Doormelding in- of uitschakelen
Om de doormeldingsfunctie uit te schakelen, drukt u op de algemene knop
Gedeelte uit en vervolgens op de knop Doormelding aan.
Uitgeschakelde doormeldingen worden als volgt aangegeven:
•
Indicatie-LED Algemeen uit: Continu aan.
•
Indicatie-LED Doormelding start: Continu aan geel.
Om de doormeldingsfunctie in te schakelen, drukt u op de algemene knop
Gedeelte uit en vervolgens nog een keer op de knop Doormelding aan.
Opmerking:
Uitgeschakelde doormeldapparatuur geeft geen storing en reageert
niet als er een brandalarm afgaat.
Overige functies uitschakelen of inschakelen
Het volgende kan ook zijn uitgeschakeld:
•
Alle geïnstalleerde uitbreidingskaarten (indien geconfigureerd)
•
Storingsmeldinguitgang (indien geconfigureerd)
Als u een van deze opties wilt uitschakelen, houdt u de knoppen 1 en 3 ten
minste 3 seconden ingedrukt om de optie die u wilt uitschakelen te selecteren
(de corresponderende LED knippert), en drukt u vervolgens op Enter om de
uitschakeling te bevestigen.
Uitschakeling wordt als volgt aangegeven:
•
Indicatie-LED Algemeen uit: Continu aan.
•
Corresponderende LED: Continu aan geel.
Als u een uitgeschakelde optie wilt inschakelen, houdt u de Algemene knop
Gedeelte uit ten minste 3 seconden ingedrukt, drukt u op de knoppen 1 en 3 om
de optie te selecteren die u wilt inschakelen en drukt u vervolgens op Enter.
Opmerking:
Uitgeschakelde uitbreidingskaarten werken niet en geven geen
storingen aan.
1X-E4-serie Bedieningshandleiding
19