Activering van signaalgever tijdens brandalarm
De door een brandalarm in branddetectiegroep 1 t/m 4 geactiveerde
signaalgevers die zich in ontruimingszones bevinden, worden zoals hieronder is
aangegeven door de bedieningsmode van de centrale bepaald.
Tabel 6: Activering van signaalgever tijdens brandalarm
Bedieningsmodus
NEN 2575 met vier
ontruimingszones
NEN 2575 met twee
ontruimingszones
NEN 2575 met een
ontruimingszone
1X-E4-serie Bedieningshandleiding
Activering van signaalgever
Signaalgevers in ontruimingszone 1 worden door een brandalarm
in groep 1 geactiveerd.
Signaalgevers in ontruimingszone 2 worden door een brandalarm
in groep 2 geactiveerd.
Signaalgevers in ontruimingszone 3 worden door een brandalarm
in groep 3 geactiveerd.
Signaalgevers in ontruimingszone 4 worden door een brandalarm
in groep 4 geactiveerd.
Signaalgevers in ontruimingszone 1 worden door een brandalarm
in groep 1 en groep 2 geactiveerd.
Signaalgevers in ontruimingszone 2 worden door een brandalarm
in groep 3 en groep 4 geactiveerd.
Alle signaalgevers worden tegelijkertijd door een brandalarm in
elke willekeurige groep geactiveerd
11