Opmerkingen over geluidsvelden
• Afhankelijk van de instelling van het
luidsprekerpatroon, kunnen sommige
geluidsbronnen niet beschikbaar zijn.
• U kunt PLIIx Movie/Music en PLIIz
Height niet tegelijkertijd selecteren.
– PLIIx Movie/Music is alleen beschikbaar
als het luidsprekerpatroon is ingesteld
op een instelling met surround-
achterluidsprekers.
– PLIIz Height is alleen beschikbaar als het
luidsprekerpatroon is ingesteld op een
instelling met hoge voorluidsprekers.
• De geluidsvelden voor muziek en film
werken niet in de volgende gevallen.
– DTS-HD Master Audio, DTS-HD High
Resolution Audio of Dolby TrueHD
met bemonsteringsfrequentie van meer
dan 48 kHz worden ontvangen.
– Analog Direct is geselecteerd.
• PLII Movie, PLIIx Movie, PLII Music,
PLIIx Music, PLIIz Height, Neo:6 Cinema
en Neo:6 Music werken ook niet als het
luidsprekerpatroon is ingesteld op 2/0
of 2/0.1.
• Als een van de geluidsvelden voor muziek
is geselecteerd, wordt er geen geluid
via de subwoofer uitgestuurd als alle
luidsprekers in het Speaker Settings-
menu ingesteld zijn op Large. Echter
het geluid wordt wel uitgestuurd via
de subwoofer als
– het digitale ingangssignaal LFE-signalen
bevat.
– de voor- of surroundluidsprekers
ingesteld zijn op Small.
– Multi Stereo, PLII Movie, PLII Music,
PLIIx Movie, PLIIx Music, PLIIz Height,
HD-D.C.S. of Portable Audio is
geselecteerd.
54
De functie Sound Optimizer
gebruiken
Met de geluidsoptimalisator kunt
u genieten van helder en dynamisch geluid
bij lage volumeniveaus. De optimalisator
kalibreert automatisch het geluid, dat niet
goed hoorbaar is als het volumeniveau laag
staat. Na het uitvoeren van de automatische
kalibratie is het geluidsniveau
geoptimaliseerd voor uw omgeving.
1
Selecteer Sound Effects uit het
Home-menu, en druk op
2
Selecteer Sound Optimizer en druk
op
.
3
Selecteer Normal of Low en druk
op
.
De Sound Optimizer-functie is
ingeschakeld. Selecteer Normal als
u naar het referentieniveau van een
film wilt aanpassen. Selecteer Low als
u wilt aanpassen naar een cd of andere
software waarvan de gemiddelde
geluidsdruk hoog wordt geproduceerd.
Opmerkingen
• Deze functie werkt niet in de volgende gevallen.
– Als Analog Direct is geselecteerd.
– Als er een hoofdtelefoon is aangesloten.
• De ontvanger kan signalen met een lagere
bemonsteringsfrequentie afspelen dan
de feitelijke bemonsteringsfrequentie van
de ingangssignalen, afhankelijk van het
audioformaat.
Het type kalibratie
selecteren
U kunt ook het type kalibratie dat u wenst
selecteren nadat de automatische kalibratie
is uitgevoerd. Voor meer informatie
zie Calibration Type (pagina 86).
.