7.1.4.9.1 Montagevoorschriften
Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. "Voorbereidingen
ten behoeve van de montage" en "Eindcontrole en inbedrijfstelling".
Plaats de cilindrische schroef (fig. 10.18D) in de aanduider (fig. 10.18H).
Schroef de borgmoer (fig. 10.18F) op de schroef.
Draai de borgmoer zover mogelijk aan totdat de aanduider nog vrij kan ronddraaien op
de schroef.
Schroef de moer (fig. 10.18E
Plaats de schroef met de aanduider in de draagplaat van het hulpcontact (fig. 10.18A).
Fixeer de schroef op de draagplaat met behulp van de zeskant moer (fig. 10.18E
Schroef de zeskant moer (fig. 10.18E
Draai de moer aan tot ca. 3 mm van de kop van de schroef.
Plaats de nylon lagerbus (fig. 10.18I) op de schroef.
Schroef de zeskant moer (fig. 10.18E
Draai de moer geheel aan.
Schroef de zeskant moer (fig. 10.18E
Draai de schroef (fig. 10.18G) in de stang (fig. 10.18K) van het uittrip-mechanisme,
zodanig dat de zeskant moer tegen de stang komt te liggen.
Fixeer de schroef op de stang met behulp van de tweede zeskant moer (fig. 10.18E
DW604112
1
) ca. 1 cm op de schroef.
3
) op de schroef (fig. 10.18G).
4
) op de schroef.
5
) ca. 1 cm op de schroef.
2
).
6
).
7-21