Voorkom beschadiging van het aardingscontact (fig. 6.01I) op de slede van de
vermogenschakelaar. Rijd de vermogenschakelaar voorzichtig uit.
Nu de vermogenschakelaar uit de cel is verwijderd, kan op eenvoudige wijze het relais van
de vermogenschakelaar worden getest.
6.12.2
Aansluiten van de VA-2 vaste vermogenschakelaar
De cel staat opgesteld en zowel de cel als de vermogenschakelaar is spanningsloos.
De soepele stressen moeten op de vermogenschakelaar blijven zitten.
Koppel de eventuele laagspanningsconnector los.
Rijd de vermogenschakelaar uit het kabelcompartiment.
Voorkom beschadiging van het aardingscontact op de slede van de
vermogenschakelaar. Rijd de vermogenschakelaar voorzichtig uit.
6.12.3
Inrijden van de vaste vermogenschakelaar
Plaats de vermogenschakelaar met de achterste wielen in de transportrail.
Rijd de vermogenschakelaar tot tegen de achteraanslag van de geleidingen.
Sluit de eventuele aanwezige laagspanningsconnector aan.
Maak de onderste soepele stressen van de vermogenschakelaar vast aan het daarvoor
bestemde koperen aansluitvakje van de isolatorsteun.
- Plaats het verbindingsvakje van de stresse op het koperen aansluitvakje. De stresse
wordt in de vorm gebogen. (fig. 6.06 en fig. 6.07)
- Zet het geheel vast met de laagbolkopschroef, contactborgringen en de moer.
DW604112
6-27