6.6
Montage van de frontpanelen
Controleer zorgvuldig of zich nog gereedschappen of
bevestigingsmaterialen in het bedienings- en
laagspanningscompartiment bevinden.
Monteer (per cel) de eventuele opties. Zie "Montage
van opties".
Monteer het frontpaneel (fig. 4.03A) met behulp van
de vier zeskant tapbouten (fig. 4.03C) en de
veerringen (fig. 4.03B).
Na de montage van de frontpanelen kunnen bij
alle cellen (met uitzondering van de DF-T) de
bodemplaten worden gemonteerd. In cellen die
een kabelaansluiting behoeven, wordt het
aansluiten van de kabels veelal gelijktijdig met
de montage van de bodemplaten uitgevoerd.
Zie "Montage van de bodemplaten".
6.7
Montage van de bodemplaten
Gezien het feit dat, bij installatie van de cellen, de montage van de bodemplaten en het
aansluiten van de kabels vrijwel gelijktijdig geschiedt, worden deze werkzaamheden
gecombineerd beschreven.
Onder alle omstandigheden geldt:
De standaardaansluiting is mogelijk tot 400mm².
Op aanvraag kan dit tot 630mm² maar dan dient dit gemeld te worden. Ook 2
kabels parallel tot 240mm² per fase is mogelijk maar dient eveneens gemeld te
worden (andere bodemplaten nodig)
Aansluiting van de kabels mag uitsluitend worden uitgevoerd door daartoe
opgeleid en geautoriseerd personeel in dienst van de stroomleverende
maatschappij, met gebruikmaking van het door SGC nv - SwitchGear Company
verstrekte bevestigingsmateriaal.
De kabels mogen elkaar nooit kruisen.
6.7.1
Kit DS178007
bestel-
omschrijving
nummer
DF022611 bodemplaat
PC076604 doorvoerrubber
GR040979 M6x20 flensbout, Cr3
verzinkt
GR041606 DIN 934 Ø M6 getande
waaierveerring, Cr3
verzinkt
GR041006 DIN 934 M6 zeskant
moer
6-22
aantal pos. nr
4
fig. 4.18A
3
fig. 4.18B
+
8
fig. 4.18C
9
fig. 4.18D
+
8
fig. 4.18E
DW604112