7.1
Hulpcontacten
Hulpcontacten kunnen op verschillende plaatsen op het aandrijfmechanisme worden
bevestigd en hebben altijd een signalerende functie:
hulpcontacten op de as van de lastscheidingsschakelaar signaleren de stand van de
lastscheidingsschakelaar
hulpcontacten op de as van de aardingsschakelaar signaleren de stand van de
aardingsschakelaar
hulpcontacten ten behoeve van sleutelvergrendelingen signaleren de stand van de
sleutelvergrendeling
hulpcontacten ten behoeve van smeltveiligheden signaleren de status van de
smeltveiligheid (doorgesmolten – niet doorgesmolten)
hulpcontacten ten behoeve van DP-A of DP-A-M gewapend, signaleren de status van
deze stand
7.1.1
Voorbereidingen ten behoeve van de montage
De volgende voorbereidingen moeten altijd worden getroffen vóórdat u overgaat tot
montage van één of meerdere hulpcontacten:
Maak het gehele middenspanningsbord spanningsloos.
Open op de betreffende cel zowel de lastscheidings- als de aardingsschakelaar
(indien aanwezig).
Demonteer het frontpaneel:
Draai de vier zeskant tapbouten (fig. 10.01C) los.
Verwijder de vier veerringen (fig. 10.01B).
Neem het frontpaneel (fig. 10.01A) weg.
7.1.2
Montage van hulpcontacten - algemeen
Voor montage van hulpcontacten zijn speciale montage-kits beschikbaar.
De samenstelling van deze montage-kits en, dientengevolge, de methode en/of volgorde
van montage varieert afhankelijk van factoren als:
type aandrijfmechanisme
functie van het hulpcontact
aantal extra bij te plaatsen hulpcontacten
7-2
DW604112