Programma-instellingen
Geleidbaarheids-
meting
106
De elektrische geleidbaarheid van oplossingen op waterbasis is een
maat voor de totale hoeveelheid opgeloste, elektrisch geleidende
stoffen (zoals zouten, zuren, etc.).
Voor het behandelingsresultaat is de elektrische geleidbaarheid tij-
dens de naspoelfase van belang. De in het water aanwezige zouten
en resten blijven na het drogen op het spoelgoed achter.
Een hoge geleidbaarheidswaarde in deze fase kan de latere gebruiks-
mogelijkheden van het behandelde spoelgoed beperken.
De geleidbaarheid van het gebruikte water wordt beïnvloed door een
ontoereikende of wisselende uitgangskwaliteit, veroorzaakt door bij-
voorbeeld:
- een uitgeputte waterontharder en / of een uitgeputte demineralisa-
tiepatroon (bij te bestellen accessoire),
- een gescheurd membraan in de installatie voor omgekeerde osmo-
se (bij te bestellen accessoire),
- werkzaamheden aan de waterleiding,
- verwisselde wateraansluitingen na onderhoudswerkzaamheden.
Mogelijke oorzaken voor het achterblijven van geleidbare stoffen uit
voorafgaande spoelblokken zijn bijvoorbeeld:
- resten van het gebruikte water,
- resten van de uitgangscontaminatie,
- resten van proceschemicaliën,
- eigenschappen van het spoelgoed (bijvoorbeeld holle voorwerpen),
- het type belading,
- schuim.
De geleidbaarheid tijdens de naspoelfase is de som van de geleid-
baarheid van het gebruikte water tijdens de watertoevoer en de over-
dracht van geleidende stoffen uit voorgaande programmablokken.
De meetmodule voor de geleidbaarheid bewaakt de elektrische ge-
leidbaarheid van het water. Niet geleidbare stoffen, zoals niet-ioni-
sche tensiden, worden niet door de sensor vastgesteld.