Programma-instellingen
Sproeiarmbewa-
king
Sproeiarmbewa-
king inschakelen
104
Voor het behandelingsresultaat is het van belang dat alle oppervlak-
ken en holle delen van het spoelgoed door het water worden bereikt.
Hiervoor verdelen de roterende machine-, rek- en wagensproeiarmen
het water in de spoelruimte.
Het toerental van de sproeiarm kan tijdens een programma in gese-
lecteerde spoelblokken worden gecontroleerd.
Het toerental wordt met behulp van speciale magneetsproeiarmen
berekend. De magneetsproeiarmen van oudere rekken en wagens
kan de elektronica van de automaat niet registreren en dus niet be-
waken.
Ligt het geregistreerde toerental niet binnen een voorgeschreven be-
reik, dan duidt dit bijvoorbeeld op blokkades door foutieve belading
of schuimontwikkeling in het watercircuit.
Het toerentalbereik is afhankelijk van de toepassing, het programma
en de gebruikte wagen c.q. de gebruikte rekken.
De sproeiarmbewaking wordt algemeen voor alle spoelblokken in-
dan wel uitgeschakeld.
...
Sproeiarmbewaking
Sproeiarmbewaking
Uit
-
Uit
De sproeiarmbewaking is uitgeschakeld.
Rek "uit"
-
Alleen de machinesproeiarmen worden gecontroleerd. De sensoren
voor de rek- en wagensproeiarmen zijn gedeactiveerd.
Aan
-
Alle sproeiarmen worden bewaakt.
Kies een optie met de pijltoetsen en .
Sla de instelling op met OK.
Aan