XVI. Instellen en testen (vervolg)
6.
Afstelling overlapkraag
De overlapkraag is het secundaire afstelpunt van de
afblaasafstelling. Het wordt gebruikt in combinatie
met de bovenste afstelring. Er zullen op locatie
bepaalde omstandigheden zijn waarin het nodig
is de overlapkraag te gebruiken. De overlapkraag
mag echter in geen geval uitsluitend voor de
afblaasafstelling gebruikt worden zonder eerst de
benodigde aandacht geschonken te hebben aan de
afstelling van de bovenste afstelring.
De overlapkraag wordt omlaag geplaatst om
de afblaastijd te verkorten en omhoog om de
afblaastijd te verlengen. Na de eindinstelling moet de
overlapkraag in de positie vastgezet worden door de
splitpen te installeren.
Tabel 13 laat zien hoe de beweging van de
overlapkraag bijdraagt aan het uitvoeren van de
definitieve afblaasafstellingen.
Tabel 13: Beweging van overlapkraag
Opening
Beweging van overlapkraag
1, 2 en 3
Behoeft misschien geen verdere afstelling.
Indien nodig, 1 inkeping per keer verplaatsen.
4 en 5
Eerste afstelling 5 inkepingen. Volgende
afstellingen 2-3 inkepingen per keer.
6, 7, 8, Q, R
Eerste en volgende afstellingen 5-8 inkepingen
en T
per keer.
Opmerking: de posities van de overlapkraag in tabel
13 zijn eindinstellingen die Baker Hughes in de fabriek
gemaakt heeft, maar zijn alleen startposities voor
de instelling op locatie van het afblazen. Er kunnen
verdere afstellingen nodig zijn, zoals vermeld in tabel
13.
A.4
Kleppen met beperkte lift
Een klep met beperkte lift wordt gedefinieerd door een
typeplaatje op het klephuis. Dat bevat de volgende tekst:
"Klep met beperkte lift, zie typeplaatje voor lift".
Als startpositie voor de afstelringen moet voor
conventionele kleppen de methode gebruikt worden die
uiteengezet is in deze handleiding (zie hoofdstuk XV.B.).
A.5
Testen met Hydroset/EVT™
Het kan nodig zijn periodieke testen te moeten uitvoeren
voor de controle van de ingestelde klepdruk en zowel het
Consolidated Hydroset-instrument als de EVT-eenheid
kunnen dit doen. De instelde druk is echter de enige
factor die gecontroleerd kan worden. De kleppen
moeten aanvankelijk ingesteld worden met gebruik van
de volledige systeemdruk (zoals uiteengezet wordt in
hoofdstukken XIII.A tot XIII.C) en met het Hydroset-
instrument of de EVT moeten daaropvolgende controles
van de ingestelde druk uitgevoerd worden.
Het instellen van de veiligheidskleppen met de
Auteursrecht 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
gebruikelijke methoden van optillen van de kleppen
onder stoomdruk brengt een aantal problemen met
zich mee. In conventionele hogedrukboilers kunnen
de oververhittingsleidingen beschadigd raken als de
turbine niet werkzaam is. Bovendien zijn de kosten
van toevoerwater, brandstof en betrokken personeel
aanzienlijk.
Ofschoon deze problemen niet geheel verholpen kunnen
worden, kunnen ze gereduceerd worden met het gebruik
van een hydraulisch of elektronisch apparaat waarmee het
mogelijk is de ingestelde druk van de klep te controleren
terwijl de systeemdruk onder de ingestelde druk van de
kleppen blijft.
De nauwkeurigheid van het resultaat dat verkregen
wordt met een van deze instrumenten is afhankelijk van
verschillende factoren. Ten eerste moet de wrijving als
bron van fouten gereduceerd worden zodat de Hydroset
of EVT bij een gegeven druk herhaaldelijk exact dezelfde
liftkracht toont. Ten tweede zal de kalibratie van de
manometer en de trilling en het daadwerkelijke gebied van
de zitting tussen kleppen van dezelfde maat en type ook
van invloed zijn op de nauwkeurigheid.
Met goed gekalibreerde manometers en in goede staat
verkerende klepzittingen kan een nauwkeurigheid in de
grootte van 1% ingestelde oliedruk verwacht worden. Op
verzoek zal Baker Hughes relevant schriftelijk materiaal
verstrekken over het Consolidated Hydroset-instrument
of de EVT. Dit materiaal verstrekt alle informatie die nodig
is om het correcte gebruik van deze instrumenten te
waarborgen.
A.6
Afdichten van kleppen na het testen
Nadat de klep getest is op een correcte instelwaarde en
afblaas, zullen de ringpen, de overlapkraag en de pen van
de bovenste hefboom verzegeld worden in conformiteit
met de toepasselijke ASME-code. Bovendien wordt op
kleppen met beperkte lift de dekplaat verzegeld.
Voor het ontwerp van
alle 1700-serie Maxiflow-
kleppen worden
middelen verstrekt
die gebruikt moeten
worden in het kader
van Hoofdstuk I van de
ASME-code voor het
verzegelen van alle
externe afstellingen.
De verzegelingen zijn
op het moment van
verzending door Baker
Hughes geïnstalleerd.
Er wordt tevens vereist
dat verzegelingen
aangebracht worden op
afstellingen of reparaties
Instructiehandleiding voor de Consolidated 1700-serie Maxiflow-veiligheidskleppen | 45
GEVAAR
Onjuiste aanpassing van de
lift kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel of de dood.