Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbevolen Installatiemethodes (Vervolg) - Baker Hughes Maxiflow 1700 Series Instructiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

XI. Aanbevolen installatiemethodes (vervolg)
De volgende aanbevelingen zullen helpen bij het
elimineren van de factoren die het klapperen veroorzaken:
a. De mondstukhoeken van de verdeelleiding moeten
afgerond worden tot een straal van niet minder
dan 1/4 van de diameter van de opening.
b. De drukval door de wrijvingsstroom naar de inlaat
van de klep mag niet groter zijn dan 50 procent
van de verwachte afblaas van de veiligheidsklep.
6.
Om de effecten te verlagen van een fenomeen dat
bekend staat als "sonische trilingen" worden de
volgende aanbevelingen gedaan:
a. a. Veiligheidskleppen moeten ten minste acht
tot tien pijpdiameters stroomafwaarts van een
bocht in een stoomleiding worden geïnstalleerd.
Deze afstand moet vergroot worden als de klep
geïnstalleerd wordt op het horizontale deel van
een verdeelleiding dat voorafgegaan wordt door
een opwaarts deel.
b. Veiligheidskleppen mogen niet dichter bij acht tot
tien pijpdiameters worden geïnstalleerd, hetzij
stroomopwaarts of stroomafwaarts van een
divergerende, of een convergerende, "Y".
c. Waar de leidingconfiguratie bovenstaande
aanbevelingen onpraktisch of onmogelijk maakt,
moet de stroomafwaartse hoek van het mondstuk
van de verdeelleiding meer afgerond worden dan
de stroomopwaartse hoek. De mondstukingang
van de verdeelleiding moet zo afgerond worden
dat de straal bij de stroomafwaartse hoek gelijk is
aan minimaal 1/4 van de mondstukdiameter. De
straal moet geleidelijk worden verkleind, zodat er
slechts een klein deel van de stroomopwaartse
hoek overblijft, met een kleinere straal.
d. Veiligheidskleppen mogen in een stoomleiding
nooit geïnstalleerd worden in een positie
rechtstreeks tegenover een aftakking.
7.
Van overmatige trillingen van de leiding is bekend
dat deze verschuivingen van de ingestelde drukken
van de veiligheidskleppen veroorzaken. Trillingen
kunnen het geklapper veroorzaken, waardoor de klep
beschadigd raakt en de capaciteit ervan afneemt.
Deze trillingen dragen ook bij aan een toename van
incidenten met lekkage van de zitting. Men dient te
overwegen dit probleem te verhelpen alvorens de
klep op de eenheid te installeren.
8.
De stoom die verticaal uit een elleboogstuk voor
de ontlading stroomt, produceert een neerwaartse
reactie van het elleboogstuk. Buigspanning in de
klep wordt veroorzaakt door het product van deze
reactiekracht en de momentarm tussen het punt van
stoomafvoer en het op buigspanning geanalyseerde
deel. Bij het ontwerp van het kleppenysteem moet
rekening worden gehouden met de effecten van
reactiekrachten, trillingen en seismische belastingen
op alle onderdelen van de klep en afvoerleidingen.
Auteursrecht 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
9.
Voor optimale prestaties moeten de
veiligheidskleppen regelmatig onderhoud krijgen.
Om het onderhoud correct uit te kunnen voeren,
moeten de kleppen zo geplaatst worden dat men er
gemakkelijk bij kan. Er moet voldoende werkruimte
zijn rondom en boven de klep om toegang tot de
afstelringen mogelijk te maken. Als twee of meer
kleppen vlakbij elkaar geplaatst zijn, moeten de
uitlaten parallel aan elkaar staan om het personeel
dat reparaties uitvoert of dicht bij de klep werkt zoveel
mogelijk bescherming te bieden.
10. Onbekend materiaal dat in en door de
veiligheidskleppen stroomt, kan het systeem
beschadigen. Daarom moet het systeem waarop
de kleppen zijn getest en uiteindelijk worden
geïnstalleerd ook gecontroleerd en gereinigd worden.
Nieuwe systemen kunnen gemakkelijk lasrupsen,
kalkaanslag en ander onbekend materiaal bevatten
dat tijdens de constructie onverhoeds blijft vastzitten
en de oppervlakken van de klepzittingen beschadigt
als de kleppen voor het eerst geopend worden. Het
systeem moet daarom grondig worden gereinigd
voordat de veiligheidsklep geïnstalleerd wordt.
11. Wat betreft kleppen met gelaste inlaatopeningen
kunnen volledig geassembleerde kleppen
geïnstalleerd worden zonder dat op het moment
van lassen demontage nodig is. De klephals moet
tijdens het lassen geïsoleerd worden om thermische
spanningen te vermijden. Bij spanningsontlasting
moet de isolatie ook gebruikt worden om thermische
spanningen te verlagen. De klephals moet tijdens de
werking geïsoleerd worden tot minstens het punt van
de komverbinding van inlaathals/klephuis.
12. Veiligheidskleppen moeten in een verticale positie
geïnstalleerd worden. De nominale marge op de
verticale installatie is plus of min 1 graad.
13. Het afvoergebied van de uitlaatleiding van een
veiligheidsklep mag niet kleiner zijn dan het
gebied van de uitlaatverbinding. Als meer dan
een veiligheidsklep met een gemeenschappelijke
uitlaatleiding verbonden is, mag het gebied van de
leiding niet kleiner zijn dan het gecombineerde gebied
van de uitlaatverbindingen tot de veiligheidskleppen.
14. Alle veiligheidskleppen moeten zo worden geleid dat
het afvoerwater vrij van loopbruggen of platforms
wordt geloosd. Er dient in de afvoerleiding bij of
vlakbij iedere veiligheidsklep, waar water of condens
zich kan opeenhopen, voldoende voorzieningen
worden getroffen voor afvoer door zwaartekracht.
Door ieder klephuis loopt een open afvoer op
basis van zwaartekracht, onder het niveau van
de klepzitting, die via leidingen naar een veilig
afvoergebied moet voeren.
15. Als op een veiligheidsklep een geluiddemper gebruikt
wordt, dient deze een voldoende groot uitlaatgebied
Instructiehandleiding voor de Consolidated 1700-serie Maxiflow-veiligheidskleppen | 19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave