XVI. Instellen en testen (vervolg)
WAARSCHUWING
Knevel de veiligheidsklep tijdens
het afstellen van de ring om
mogelijk ernstig persoonlijk letsel
of de dood te voorkomen.
44 | Baker Hughes
Opmerking: als een oververhittingsklep ingesteld is met stoom met een lage
temperatuur, dan is het raadzaam de afblaas te vergroten ter compensatie
van de verandering in dichtheid en andere thermische effecten die kunnen
optreden als de stoom op de bedrijfstemperatuur gebracht wordt. Een
approximatieve regel is om 1/2 van 1% van de ingestelde druk aan de afblaas
toe te voegen voor iedere 100 °F (37,8 °C) stoomtemperatuur onder de
eindtemperatuur.
4.
Afstelling bovenste ring Wanneer het om de bovenste afstelring gaat, kan
de positie die in de fabriek ingesteld is als volgt verkregen worden:
a. Knevel de veiligheidsklep om te voorkomen dat de schijf per ongeluk uit de
zitting omhoog komt.
b. Verwijder beide doppen van de onderhoudspoorten.
c. Verwijder de pen van de bovenste afstelring.
d. Beweeg de bovenste afstelring tot deze gelijkstaat met de schijfhouder. Er
kan voor deze waarneming een zaklamp nodig zijn voor extra verlichting. De
waarneming kan ook gedaan worden via een van de onderhoudspoorten door
met de zaklamp via de andere onderhoudspoort naar binnen te schijnen.
e. Beweeg de bovenste afstelring vanuit dit punt omlaag met het aantal
inkepingen dat aangeduid wordt in kolom B van tabel 12. Dit is tevens afmeting
B in afbeelding 33.
f.
Vergrendel de bovenste afstelring in deze positie door de pen van de bovenste
afstelring te installeren.
g. Verwijder de knevel.
5.
Afblaasafstellingen
Als verdere afstellingen nodig zijn om de eindinstelling van de afblaas te
verkrijgen, moet de bovenste afstelring als volgt 5-10 inkepingen per keer
verplaatst worden:
a. Om de afblaas te verminderen: BEWEEG RING OMHOOG - DRAAI
LINKSOM.
b. Om de afblaas te vergroten: BEWEEG RING OMLAAG - DRAAI RECHTSOM.
Het is mogelijk dat de bovenste ring te ver omhoog geplaatst wordt, waardoor
niet de volledige lift kan worden verkregen. Als dit gebeurt, brengt u de bovenste
afstelring omlaag tot het punt waarin de volledige lift verkregen kan worden
en voltooit u de afblaasinstelling met de afstellingen van de overlapkraag. (Zie
hoofdstuk XVI.A3.6.) Als de klep niet omhoog komt, moet de onderste afstelring
extra worden afgesteld (zie Afstelling onderste ring).
Wanneer gepoogd wordt een afbaas van 4% te verkrijgen, is het belangrijk er
zeker van te zijn dat de posities van de bovenste en onderste afstelingringen niet
te ver van elkaar verwijderd zijn, aangezien dit een verlies van de klepregeling
veroorzaakt. De eerste aanwijzing voor het bereiken van deze situatie is een
langzaam "op en neer slingeren" van de klep onmiddellijk voordat het sluiten
plaatsvindt. Als dit gebeurt terwijl de afblaas langer duurt dan gewenst is, beweegt
u beide ringen een klein beetje omlaag. Dit zal doorgaans een iets kortere
afblaastijd tot gevolg hebben. Terwijl u deze afstelling maakt, moet u de bovenste
ring met twee keer zoveel inkepingen verplaaten als de onderste.
Nadat de afstellingen voltooid zijn, moeten de ringpennen gecontroleerd worden
om te kijken of ze in de ringgroeven zitten maar zonder dat de bodem van de groef
geraakt wordt. De pennen mogen niet tegen de ringen leunen.
Auteursrecht 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.