XVI. Instellen en testen
A. Testen op locatie
A.1
Algemene informatie
Alle 1700-serie Maxiflow-veiligheidskleppen zijn in de
fabriek met stoom getest om de afstelbaarheid van
de ingestelde druk en de afdichting van de zitting te
controleren. Iedere klep is ingesteld om een zuiver
'pop-effect' te realiseren en om weer stevig op zijn plaats
terug te komen. Omdat de boiler die voor het instellen
van de kleppen gebruikt werd een lage capaciteit heeft, in
vergelijking met de capaciteiten van de kleppen van het
type Maxiflow, zijn afstellingen op de huidige installatie
noodzakelijk om zeker te zijn van een correcte klepwerking
en instellingen van de "afstelring". Bij een levering voor
drukken van meer dan 2500 psig (172,37 barg) zal
de borgmoer van de compressieschroef vergrendeld
zijn op de compressieschroef met een inbusbout
van 1/4-20 om de exacte hoeveelheid te lokaliseren
waarmee de compressieschroef in het klepjuk ingrijpt.
De compressieschroef wordt dan teruggetrokken om de
veerbelasting op de zitting met 75% te doen afnemen.
Zie het waarschuwingslabel met de rode letter die aan de
compressieschroef van iedere Maxiflow-klep bevestigd is
met behulp van een dubbele streng verzegelingsdraad met
de volgende tekst:
WAARSCHUWING
Deze klep is met stoom getest en ingesteld op
de correcte insteldruk. De samengedrukte veer
is echter in de ontspannen toestand gebracht
door de compressieschroef terug te draaien.
Voordat de hydrostatische test op de boiler
uitgevoerd wordt, moet de compressieschroef
rechtsom gedraaid worden tot de borgmoer het
juk raakt.
Verwijder
de
1/4-20-inbussleutel
borgmoer de compressieschroef kan draaien
voor toekomstige afstellingen.
(Let op het bevestigde label voor de verwijdering
van de hydrostatische plug).
De verklaring tussen haakjes is een verwijzing
(1)
naar het label dat getoond wordt in afbeelding 36 in
hoofdstuk XVIII.A.
Na de voltooiing van de hydrostatische test op de boiler
maar voordat de boiler in dienst gesteld wordt, moet
gecontroleerd worden of de hydrostatische pluggen van
alle kleppen verwijderd zijn (N.b.: Zie afbeelding 6 in
hoofdstuk X: Werkingsprincipes van deze handleiding).
Consolidated Hydroset- of EVT-eenheden kunnen gebruikt
worden om de ingestelde druk vast te stellen, maar niet
om de afblaas, lift enz. te controleren (zie voor meer
informatie hoofdstuk XVI.A5.) Het knevelen van andere
Auteursrecht 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
zodat
(1)
Instructiehandleiding voor de Consolidated 1700-serie Maxiflow-veiligheidskleppen | 41
niet ingestelde kleppen is over het algemeen niet nodig.
Voor de instelling van hogedrukkleppen kan het echter
nodig zijn de kleppen met een lagere ingestelde druk te
knevelen, afhankelijk van de gebruikte systeemdruk.
De veiligheidskleppen van de boiler kunnen getest worden
met de eenheid zowel aan als uit. Als de eenheid aan is
en op vollast werkt, kan een plotse daling van de belasting
gevaarlijk zijn als de meeste veiligheidskleppen gekneveld
zijn. Er wordt daarom aanbevolen de veiligheidskleppen
te testen en af te stellen met geïsoleerde boiler of met
een lichte belasting. De regeling van de boiler kan
gehandhaafd blijven met weinig of geen invloed van
buitenaf die aan een veranderde belasting te wijten is.
Het is belangrijk rekening te houden met het feit
dat alle afstellingen van de afstelringen slechts de
beginafstellingen van Baker Hughes zijn en dat deze niet
bedoeld zijn als eindafstellingen. Deze eindafstellingen
moeten op het besturingssysteem gemaakt worden
in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met de
omstandigheden tijdens het daadwerkelijke bedrijf. De
kleppen zijn in de fabriek ingesteld voor een lange afblaas
om klapperen in de beginomstandigheden te voorkomen.
De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de
werking van de klep en moeten in overweging genomen
worden wanneer de begininstelling van een klep
uitgevoerd wordt:
1.
Stabilisatie van de omgevingstemperatuur van de
klep en van de kleptemperatuur.
2.
Leidingtrilling.
3.
Leidingcapaciteit wanneer de klep omhoog moet
komen.
4.
Vastlopen afvoerpijp of afvoerleiding.
5.
Trillingen in de vloeistofstroom veroorzaakt door
stroomopwaartse buigingen en andere storingen.
A.2
Afstelling van het punt met 'pop'-
effect
Opmerking: voordat met deze procedure wordt
begonnen, moet de werkdruk op de boiler verlaagd
worden tot een punt waarbij de klep niet opengaat
tijdens de afstelling van de compressieschroef.
Om de druk van het 'pop'-effect van de klep in te stellen,
verwijdert u het samenstel van kap en hefboom, draait u
de borgmoer van de compressieschroef los en draait u de
compressieschroef rechtsom om het punt van het 'pop'-
effect te verhogen of linksom om het te verlagen.
Na iedere afstelling van de compressieschroef moet de
borgmoer aangehaald worden. De arm van de bovenste
veerring moet altijd vrij staan en niet tegen de jukstang
leunen. Dit kan bereikt worden door een schroevendraaier