● De standaardinstellingen van de functie zijn
aangegeven in
.
● Voor de bedieningsmethode raadpleegt u "Het
instelmenu gebruiken" (Blz. 27).
z Camera Menu
De standaardinstellingen van de
De standaardinstellingen van de
fotografeerfuncties herstellen
fotografeerfuncties herstellen
z [Reset]
[Reset]
z
Submenu 2
Herstelt de volgende
menufuncties naar de
standaardinstellingen.
• Stand Fotograferen
• Flitser
• Zelfontspanner
• Belichtingscorrectie
Yes
• Witbalans
• ISO-gevoeligheid
• Drive
• Resolutie (stilstaande beelden)
• Beeldverhouding
• Functies van Camera Menu en
Movie Menu
De instellingen worden niet
No
gewijzigd.
28 NL
Toepassing
Selectie van het scherpstelgebied
Selectie van het scherpstelgebied
z [AF Mode]
[AF Mode]
z
Submenu 2
De camera stelt automatisch
scherp. (Wanneer een gezicht
wordt gedetecteerd, wordt
dit aangegeven met een wit
kader
Face/iESP
wordt ingedrukt en de camera
scherpstelt, wordt het kader
groen
gedetecteerd, kiest de camera
een onderwerp in het kader en
stelt hij automatisch scherp.)
De camera stelt scherp op
Spot
het onderwerp dat zich in het
autofocusteken bevindt.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het teken
*1
niet of niet onmiddellijk.
*2
Als het kader rood knippert, kan de camera niet
scherpstellen. Probeer opnieuw scherp te stellen
op het onderwerp.
Toepassing
; als de ontspanknop half
*1
. Als geen gezicht wordt
*2