Leren werken met de
fotografeerstanden
P (stand P)
De camera selecteert de juiste
diafragmawaarde en sluitertijd voor het
onderwerp. Indien gewenst, kunnen ook
wijzigingen worden aangebracht aan
verschillende fotografeerinstellingen
zoals belichtingscorrectie.
M (stand M)
De camera selecteert automatisch
de optimale fotostand voor de
scène. De opnameomstandigheden
worden bepaald door de camera en
de instellingen kunnen niet worden
gewijzigd, met uitzondering van
bepaalde functies.
Q (stand Q)
U kunt fotograferen met
retoucheereffecten.
1
Richt de camera op het onderwerp.
Controleer het kader dat rond het
door de camera gedetecteerde
gezicht verschijnt en druk op de
ontspanknop om de foto te maken.
14 NL
2
Om het beeld op te slaan,
selecteert u [OK] in het scherm
voor beeldcontrole en drukt u op
de knop Q. Om het beeld verder
te retoucheren, selecteert u
[Beauty Fix].
Retoucheren
Retoucheren
1 Gebruik FGHI om een retoucheeritem
te selecteren, en druk op de knop Q.
2 Controleer de retoucheringseffecten op het
scherm voor beeldcontrole, druk vervolgens op
de knop Q om het retoucheerproces te starten
en op te slaan.
● De instellingen voor retoucheren kunnen worden
geregistreerd.
● Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het
bewerken niet effi ciënt verloopt.
OK
Beauty Fix
MENU
Back
Eye Color
Back
MENU
Off