De spaarstand
De camera is uitgerust met een spaarstand. De camera wordt
uitgeschakeld in de volgende gevallen. Zet de camera weer aan om de
stroomvoorziening te herstellen.
Opnamemodus
Modus Weergeven
Aangesloten op een
printer
* De tijdsduur kan worden gewijzigd.
De spaarstand wordt niet ingeschakeld tijdens een diashow
of wanneer de camera is aangesloten op een computer.
De instellingen van de spaarstand kunnen worden
gewijzigd
Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het
laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het
LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als
[Automatisch Uit] is ingesteld op [Uit]. Druk op een
andere knop dan de ON/OFF-knop of wijzig de
camerastand om het LCD-scherm weer in te
schakelen.
Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst een
camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld.
(p.
52).
Overzicht van de onderdelen
45