3
Bewerk de film.
1. Gebruik de knop
(snijden begin) of
selecteren.
2. Gebruik de knop
snijpunt op te geven ( ).
• U kunt een film die tijdelijk is bewerkt,
bekijken door
en op de knop FUNC./SET te drukken.
• Als u
(Uit) selecteert, worden de bewerkingen geannuleerd en
keert u terug naar het filmbedieningspaneel.
4
Sla de foto op.
1. Gebruik de knop
selecteren.
2. Druk op de knop
3. Gebruik de knop
bestand] of [Overschrijven] te
selecteren.
4. Druk op de knop
• Met [Nieuw bestand] slaat u de bewerkte film op met een nieuwe
bestandsnaam. De gegevens van vóór de wijziging blijven bewaard.
Als u op de knop SET drukt terwijl u de film opslaat, wordt het opslaan
geannuleerd.
• Met [Overschrijven] wordt de bewerkte film met de oorspronkelijke
naam opgeslagen. De gegevens van vóór de wijziging gaan verloren.
• Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart, kunt u alleen
[Overschrijven] selecteren.
Afhankelijk van de grootte van het filmbestand neemt het opslaan van
een gewijzigde film enige tijd in beslag. Als de batterijen halverwege
leeg raken, kunt u de bewerkte film niet opslaan. Het is dan ook aan te
raden tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen batterij of
de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC20 te
gebruiken
of
om
(snijden eind) te
of
om het
(Afspelen) te selecteren
of
om
.
of
om [Nieuw
.
(p.
236).
Weergeven en wissen
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalk
te
173