De functie Beeldomkeren instellen
Opnamemodus
Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van
een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld
wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op het
LCD-scherm bekijkt.
1
Selecteer [Beeldomkeren].
1. Druk op de knop
2. Gebruik de knop
menu
3. Gebruik de knop
[Beeldomkeren] te selecteren.
2
Configureer de instellingen.
1. Gebruik de knop
[Uit] te selecteren.
2. Druk op de knop
• Wanneer de functie Beeldomkeren is
ingesteld op [Aan] en het LCD-scherm
is ingesteld op de modus voor gedetailleerde weergave tijdens
de opname, wordt het pictogram
onder) of
Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst,
werkt deze functie mogelijk niet naar behoren. Controleer of
het pictogram (
is, stelt u de functie Beeldomkeren in op [Uit].
Zelfs als de functie Beeldomkeren is ingesteld op [Aan], is
de stand van beelden die naar een computer worden
gedownload, afhankelijk van de software die daarbij is
gebruikt.
Zie Functies die beschikbaar zijn in elke opnamemodus
.
of
te selecteren.
of
of
om [Aan] of
.
(links is onder) weergegeven op het scherm.
) in de juiste richting wijst. Als dat niet zo
Geavanceerde opnamefuncties
om het
om
(normaal),
155
(p.
270).
(rechts is