124
Geavanceerde opnamefuncties
2
Richt de camera zodanig dat een onderwerp
met dezelfde brandpuntsafstand (focus) als het
hoofdonderwerp zich in het midden van het
autofocuskader bevindt.
3
Druk de ontspanknop half in en druk op de knop MF.
• Het pictogram
worden weergegeven, zodat u de afstand tot het onderwerp kunt
controleren.
4
Richt de camera weer op het onderwerp dat u
eigenlijk wilt vastleggen en maak de opname.
De autofocusvergrendeling opheffen:
Druk op de knop MF.
U kunt de autofocusvergrendeling niet gebruiken in de modi
en
de optie [Snelkiesknop], kunt u de autofocusvergrendeling wel
gebruiken in de modus
In de modi
weergegeven.
Wanneer u opnamen maakt met focusvergrendeling of
autofocusvergrendeling en u het LCD-scherm gebruikt, wordt het
fotograferen gemakkelijker als u [AF Frame] op [Centrum] instelt
(p.
116), omdat de camera dan alleen het middelste autofocuskader
gebruikt om scherp te stellen.
Autofocusvergrendeling is handig omdat u daarbij de ontspanknop
kunt loslaten om de juiste beeldcompositie te maken. Bovendien
blijft de autofocusvergrendeling van kracht nadat de opname is
gemaakt, zodat u een tweede opname met dezelfde scherpstelling
kunt maken.
Opnamen maken in de modus voor handmatig scherpstellen
U kunt handmatig scherpstellen (de focus handmatig instellen).
1
Schakel het LCD-scherm in.
en de indicator voor handmatig scherpstellen
. Als u de autofocusvergrendeling echter registreert met
(p.
en
wordt het autofocuskader niet
153).
,