Condensafvoer
Een condensafvoer moet zowel voorzien worden op het toestel als en op de
rookgasafvoerpijp teneinde alle condensatieproducten op een behoorlijke wijze te laten
afvloeien.
Aandacht
De condensafvoerbuis op de rookgasafvoerpijp moet vervaardigd zijn van een niet
corroderend materiaal met een diameter van minimum 20mm. Een condensafvoer in koper
of koperlegering mag niet worden gebruikt.
Wij verwijzen eveneens naar hoofdstuk 8 : Condensafvoer!
7.2 ROOKGASAFVOERSYSTEEM TYPE B‐INSTALLATIES
Als het toestel als een type B wordt geïnstalleerd,
d.w.z. dat de verbrandingslucht uit de te verwarmen
ruimte wordt aangezogen, moet er worden gezorgd
voor een voldoende aanvoer van verse lucht en dit in
overeenstemming met alle van toepassing zijnde
reglementeringen.
Het is noodzakelijk enkelwandige naadloze
afvoerpijpen te gebruiken vervaardigd uit aluminium
of roestvrijstaal.
Alle verbindingen moeten degelijk worden afgedicht
om lekkage van verbrandingsgassen te vermijden.
Monteer luchttoevoerpijpen niet in de nabijheid van
warmtebronnen.
De verbrandingsluchttoevoeropening moet mbv een
afschermrooster (beschermklasse IP20) worden
afgeschermd (kan worden besteld bij uw
leverancier).
Tabel 2 vermeldt de maximum lengtes luchttoevoer‐
& rookgasafvoerpijpen.
7.3 LUCHTTOEVOER‐ & ROOKGASAFVOERSYSTEEM TYPE C‐INSTALLATIES
Toestellen geïnstalleerd als type C zijn voorzien van een verbrandingsluchttoevoerkanaal (dat de aanvoer
van verse buitenlucht verzekert) en een rookgasafvoerkanaal (dat instaat voor het afvoeren van de
verbrandingsgassen naar buiten). Alle toevoer‐ en afvoerpijpen moeten lekdicht zijn. Gebruik gasdichte,
naadloze pijpen vervaardigd uit aluminium of gelijkaardig materiaal. Elk toestel geïnstalleerd als type C
moet van een individueel rookgasafvoer‐ & verbrandingsluchttoevoersysteem worden voorzien.
Type C2 installaties met een 1‐kanaalsysteem voor luchttoevoer en rookgasafvoer mogen
Aandacht
hier niet worden toegepast!
B22p
dak
Figuur 6
Type B‐installatie
B22p
1701ULSA(EC)BENL/NLNL-12/30