KEY LOCK SETTINGS
Hiermee voorkomt u dat de monitor kan worden bediend via de knoppen op de monitor.
(Instellingen
Als u ACTIVATE (Activeren) selecteert, worden alle instellingen geactiveerd.
toetsvergrendeling)
OPMERKING: De functie KEY LOCK SETTINGS (Instellingen toetsvergrendeling) is alleen voor het vergrendelen van
de knoppen op de monitor. Met deze functie worden de knoppen op de afstandsbediening niet vergrendeld. U activeert
de vergrendeling van besturingsfuncties door de aan/uit-knop gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
U kunt de vergrendeling opheffen door de aan/uit-knop opnieuw meer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
MODE SELECT
Hiermee selecteert u de modus UNLOCK (Ontgrendelen), ALL LOCK (Alles vergrendelen) of CUSTOM LOCK
(Modusselectie)
(Aangepast vergrendelen).
UNLOCK (Ontgrendelen) Alle knoppen zijn beschikbaar voor normale handelingen.
ALL LOCK
Hiermee vergrendelt u alle knoppen op de afstandsbediening.
(Alles vergrendelen)
CUSTOM LOCK
Hiermee kunt u selecteren welke knoppen worden vergrendeld voor de knoppen POWER (Aan/uit), VOLUME en
(Aangepast
INPUT (Ingang). Behalve de instelling van CUSTOM LOCK (Aangepast vergrendelen) zijn alle overige knoppen op de
vergrendelen)
afstandsbediening vergrendeld.
POWER (Aan/uit):
VOLUME:
INPUT (Ingang):
CHANNEL (Kanaal): Als u de kanaalknoppen op de afstandsbediening wilt vergrendelen, selecteert u eerst LOCK
DDC/CI
ENABLE/DISABLE (Inschakelen/Uitschakelen): Hiermee zet u de tweezijdige communicatie en bediening van de
Alleen VGA (RGB)-ingang
monitor ON (Aan) of OFF (Uit).
PING
Controleer de aansluiting op het netwerk door te communiceren met een vooraf ingesteld IP-adres.
IP ADDRESS (IP-adres)
Stel een IP-adres in voor het versturen van PING.
EXECUTE (Uitvoeren)
Hiermee wordt gecontroleerd of al dan niet een antwoord vanaf het IP-adres kan worden verstuurd naar de monitor door
een PING te versturen.
IP ADDRESS RESET
Hiermee zet u IP ADDRESS SETTINGS (Instellingen IP-adres) terug naar de fabrieksinstellingen.
(Fabrieksinstellingen IP-adres)
AUTO DIMMING
Past de achtergrondverlichting van de lcd-monitor automatisch aan op basis van het niveau van de kamerverlichting.
(Automatisch dimmen)
ROOM LIGHT
De achtergrondverlichting van het lcd-scherm kan worden aangepast afhankelijk van de hoeveelheid kamerlicht in de
SENSING (Sensor voor
ruimte. Als de kamer licht is, produceert de monitor een vergelijkbare hoeveelheid meer licht. Als de kamer donker is,
kamerverlichting)
geeft de monitor minder licht. Het doel van deze functie is om het kijken naar de monitor meer comfortabel voor het oog
te maken in verschillende verlichtingssituaties.
OPMERKING: wanneer ROOM LIGHT SENSING (Sensor voor kamerverlichting) is ingesteld, worden BACKLIGHT
(Achtergrondverlichting) en BACKLIGHT (Achtergrondverlichting) in de functie SCREEN SAVER (Schermbeveiliging)
uitgeschakeld.
Bedek de sensor voor de kamerverlichting niet wanneer u MODE1 (Modus1) of MODE2 (Modus2) gebruikt.
Parameterinstelling van AMBIENT (Kamerverlichting)
ROOM LIGHT SENSING (Sensor voor kamerverlichting) in OSD: selecteer MODE1 (Modus 1) of MODE2 (Modus 2) en
stel MAX LIMIT (Max. limiet), IN BRIGHT (In helderheid) en IN DARK (In donker) in elke modus in.
MAX LIMIT (Max. limiet): Dit is het maximale niveau achtergrondverlichting dat u kunt instellen.
IN BRIGHT (In helderheid): Dit is het niveau van de achtergrondverlichting dat door de monitor wordt gekozen wanneer
de kamer sterk verlicht is.
IN DARK (In donker): Dit is het niveau van de achtergrondverlichting dat door de monitor wordt gekozen wanneer de
kamer slecht verlicht is.
Wanneer de functie ROOM LIGHT SENSING (Sensor voor kamerverlichting) is ingeschakeld, wordt het niveau van de
achtergrondverlichting van het scherm aangepast aan de lichtcondities van de kamer (zie onderstaande illustratie).
MAX LIMIT (Max. limiet): niveau achtergrondverlichting is beperkt tot het niveau dat u hebt ingesteld.
IN DARK (In donker): Niveau van de achtergrondverlichting dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij weinig
kamerlicht.
IN BRIGHT (In helderheid): Niveau van de achtergrondverlichting dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij veel
kamerlicht.
Als u LOCK (Vergrendelen) selecteert, wordt de knop POWER (Aan/uit) vergrendeld.
Als u UNLOCK (Ontgrendelen) selecteert, wordt het minimale en maximale volume tussen VOL.0
en VOL.100 ingesteld.
De knoppen PLUS (+) en MIN (-) zijn alleen beschikbaar voor het door u ingestelde bereik van
minimaal tot maximaal volume.
Wanneer LOCK (Vergrendelen) is geselecteerd, is zowel de knop PLUS (+) als de knop MIN (-)
vergrendeld.
Wanneer UNLOCK (Ontgrendelen) is geselecteerd, is de knop INPUT/SET (invoer/instellen)
ontgrendeld.
(Vergrendelen) en drukt u vervolgens op ACTIVE (Actief). De knoppen boven (
worden dan vergrendeld.
Niveau van de
achtergrondverlichting
dat voor gebruik door de
monitor is ingesteld bij
weinig kamerlicht.
IN DARK (In donker) IN BRIGHT (In helderheid)
donker
Nederlands-34
Fabrieksinstelling
Bereik van de achtergrondverlichting
Bereik van de achtergrondverlichting bij
de instelling MAX LIMIT (Max. limiet).
Niveau van de
achtergrondverlichting dat voor
gebruik door de monitor is
ingesteld bij veel kamerlicht.
kamerlicht
licht
Waarde schermachtergrondverlichting in MODE1 (Modus1)
Waarde schermachtergrondverlichting in MODE2 (Modus2)
) en beneden (
)