Inhoudsopgave
Advertenties
HOLIDAY SETTINGS
(Vakantie-instellingen)
No. (Nr.)
Creëert vakantieschema voor de monitor.
YEAR (Jaar)
Stel het jaar en de maand in.
MONTH (Maand)
Selecteer de dag of de week.
DAY (Dag)
DAY (Dag): Stel een dag in.
WEEK (Week)
WEEK (Week): Stel een week en een dag van de week in.
Als u [--] instelt bij MONTH (Maand) of YEAR (Jaar), wordt elke maand of elk jaar van de dag die u instelt als vakantie
geselecteerd.
END DAY (Einde dag)
Stel de datum van de laatste vakantiedag in. Als u een schema maakt voor meer dan een jaar vooruit, dient u het
schema per jaar te scheiden.
OPMERKING: Als DAY (Dag) niet staat ingesteld, is END DAY (Einde dag) niet beschikbaar. Als uw vakantie-
instelling [--] voor jaar of maand bevat, is END DAY (Einde dag) niet beschikbaar.
SET/DELETE
Stelt het schema in of verwijdert dit.
(Instellen/verwijderen)
WEEKEND SETTING
(Weekendinstellingen)
WEEKEND (Weekend)
Stel de dag van de week in.
DATE & TIME (Datum en tijd) Hiermee stelt u de datum, tijd en de zomertijdregio in. De functie "SCHEDULE" (Schema) werkt alleen als de datum en
tijd zijn ingesteld. Zie pagina 29.
OPMERKING: Als de stroom naar de monitor meer dan twee weken achtereen is uitgeschakeld, wordt de instelling voor
DATE & TIME (Datum en tijd) teruggezet naar de standaardinstelling en werkt de klokfunctie niet meer.
YEAR (Jaar)
Hiermee wordt het jaar voor de klok ingesteld.
MONTH (Maand)
Hiermee wordt de maand voor de klok ingesteld.
DAY (Dag)
Hiermee wordt de dag voor de klok ingesteld.
TIME (Tijd)
Hiermee wordt de tijd voor de klok ingesteld.
CURRENT DATE TIME
Hiermee worden de huidige datum en tijd weergegeven.
(Huidige datum en tijd)
DAYLIGHT SAVING
Hiermee wordt de zomer- of wintertijd ingesteld.
(Zomertijd)
OPMERKING: stel eerst TIME & DATE (Datum en tijd) in als u de instelling DAYLIGHT SAVING (Zomertijd) wijzigt.
DAYLIGHT SAVING
Als ON (Aan) is geselecteerd, stelt u de zomertijd opnieuw in.
(Zomertijd)
BEGIN MONTH
Stel de begindatum van de zomertijd in.
(Beginmaand)
END MONTH (Eindmaand) Stel de einddatum van de zomertijd in.
TIME DIFFERENCE
Stel het tijdsverschil in.
(Tijdsverschil)
OFF TIMER
Stel de monitor in om na een bepaalde tijd te worden uitgeschakeld. U kunt kiezen voor een periode tussen 1 en 24 uur.
(Uitschakeltimer)
OPMERKING: SCHEDULE (Schema) is niet beschikbaar als OFF TIMER (Uitschakeltimer) op ON (Aan) is ingesteld.
RESET (Opnieuw instellen)
Hiermee zet u voor de volgende instellingen in het menu SCHEDULE (Schema) de fabrieksinstellingen terug:
DATE & TIME (Datum en tijd) en DAYLIGHT SAVING (Zomertijd).
MULTI INPUT (MEERVOUDIGE INVOER)
INPUT DETECT
Hiermee selecteert u de ingangsdetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan een signaalbron wordt
(Ingangsdetectie)
aangesloten.
NONE (Geen)
Er wordt niet naar de andere video-ingangspoorten gezocht.
FIRST DETECT
Wanneer het huidige ingangssignaal niet wordt gevonden, zoekt de monitor een videosignaal op de andere
(Eerste detectie)
ingangspoort. Als het signaal zich op de andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch over van de huidige naar
de nieuwe gedetecteerde signaalbron.
De monitor zoekt geen andere videosignalen wanneer de huidige videobron aanwezig is.
CUSTOM DETECT
Hiermee wordt de prioriteit van invoersignalen ingesteld.
(Aangepaste detectie)
Wanneer CUSTOM DETECT (Aangepaste detectie) is geselecteerd, worden alleen vooraf ingestelde ingangen
doorzocht.
Als u een digitale ingang gebruikt (DisplayPort, HDMI1, HDMI2 en HDMI3), wordt geen andere digitale ingang
gedetecteerd. Als u een analoge ingang gebruikt (VGA of VIDEO), wordt er geen andere analoge ingang gedetecteerd.
Nederlands-30
Advertenties
Inhoudsopgave
