Beknopte installatiegids
00825-0111-4729, Rev BA
Juli 2003
Afbeelding 12. Aarding met aardelektrodes
S
6: B
TAP
Kabel- en doorvoerbuis-aansluitingen
De aansluitkast van zowel de meetbuis als de transmitter heeft een
opening voor 20 mm (¾-inch) NPT-doorvoerbuis-aansluitingen. Bij het
maken van deze aansluitingen moeten de plaatselijke elektriciteits-
voorschriften of die van de fabriek gevolgd worden. Ongebruikte ope-
ningen moeten worden afgedicht met metalen blindstoppen. Een juiste
elektrische installatie is vereist om meetfouten als gevolg van elektri-
sche ruis en interferentie te voorkomen. Aparte doorvoerbuizen voor
de twee kabels zijn niet vereist, maar wel een exclusieve doorvoerbuis
tussen elke transmitter en meetbuis. Voor de beste resultaten in een
omgeving met veel elektrische ruis moet afgeschermde kabel gebruikt
worden.
Doorvoerbuiskabels
Leg kabel van de juiste doorsnede door de doorvoerbuis-aansluitingen
van uw magnetische flowmetersysteem. Leg de voedingskabel van de
voedingsbron naar de transmitter. Leg de kabels van de spoelaandrij-
ving en de elektrodes van de flowmeter naar de transmitter. Bewerk de
uiteinden van de spoelaandrijvings- en elektrodekabels zoals afgebeeld
in afbeelding 13. Laat maximaal 25 mm (1 inch) onafgeschermde draad
EDRADING
8712C/U/H /8700 serie
aarde
Rosemount