Bediening van de frequentie...
[Hand on]
Maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het
GLCP te besturen. Met [Hand on] wordt ook de motor
gestart, waarna het mogelijk is om de gegevens voor de
motorsnelheid via de pijltjestoetsen in te stellen. De toets
kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via
par. 0-40 [Hand on]-toets op LCP.
De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer
[Hand on] wordt geactiveerd:
•
[Hand on] – [Off] – [Auto on]
•
Reset
•
Vrijloop na stop, geïnverteerd
•
Omkeren
6
6
•
Setupselectie lsb – Setupselectie msb
•
Stopcommando via seriële communicatie
•
Snelle stop
•
DC-rem
NB
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële
bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via
het LCP onderdrukken.
[Off]
stopt de aangesloten motor. De toets kan worden
ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par. 0-41 [Off]-
toets op LCP. Als er geen externe stopfunctie is
geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de motor
worden gestopt door de netvoeding af te schakelen.
[Auto on]
Maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te sturen
via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een
startsignaal naar de stuurklemmen en/of de bus wordt
gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan
worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par.
0-42 [Auto on]-toets op LCP.
NB
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale
ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedienings-
toetsen [Hand on] en [Auto on].
[Reset]
dient om de frequentieomvormer te resetten na een alarm
met uitschakeling (trip). De toets kan worden ingesteld als
Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via par. 0-43 [Reset]-toets op LCP.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door
de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te
drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang
tot elke mogelijke parameter.
52
®
ADAP-KOOL
Drive Bedieningshandleiding
6.1.3 RS 485-busaansluiting
Een of meer frequentieomvormers kunnen worden
aangesloten op een controller (of master) met de
standaard RS 485-interface. Klem 68 wordt aangesloten op
het P-signaal (TX+, RX+), terwijl klem 69 wordt aangesloten
op het N-signaal (TX-, RX-).
Gebruik parallelle aansluitingen om meerdere frequentie-
omvormers aan te sluiten op een master.
Afbeelding 6.1 Aansluitvoorbeeld.
Om mogelijke vereffeningsstromen in de afscherming te
vermijden, moet de kabelafscherming worden geaard via
klem 61, die via een RC-koppeling met het frame is
verbonden.
Busafsluiting
De RS 485-bus moet aan beide uiteinden worden
afgesloten met een weerstandsnetwerk. Als de omvormer
het eerste of laatste toestel in de RS 485-lus is, moet
schakelaar S801 op de stuurkaart in de aan-positie (ON)
worden gezet.
Zie de sectie Schakelaar S201, S202 en S801 voor meer
informatie.
®
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL
Drive