Indicatie van de voortgang
De voortgangsindicatie biedt u een snel overzicht over de
aflopende tijdsduur. Deze wordt na de start onder de
statusregel als lijn weergegeven. De lijn begint links en wordt
langer naarmate de tijdsduur afloopt. Wanneer de tijdsduur
afgelopen is, heeft de lijn de rechterrand van het display
bereikt.
Instelbereiken
In de beide instelbereiken verschijnen voorgestelde waarden
die u kunt veranderen. Het instelbereik waar u zich bevindt is
licht met zwarte letters. Hier kunt u wijzigingen invoeren.
Met de navigatietoetsen
¾
het andere instelbereik. U ziet aan de pijlen
instelbereiken in welke richting u met de navigatietoetsen kunt
gaan.
Na de start zijn beide instelbereiken donker met lichte letters.
Indicatie van de draairichting
De indicatie
geeft aan in welke richting u de draaiknop kunt
Ï
bewegen.
= draaiknop naar rechts draaien
Ð
= draaiknop naar links draaien
Ñ
Wanneer beide richtingspijlen worden weergegeven kunt u de
draaiknop in beide richtingen draaien.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte aan.
Verwarmingsmethode
Hete lucht
Stomen
Hete lucht + stomen
Regenereren
Laten rijzen
Ontdooien
Langzaam garen
Voorverwarmen
Warmhouden
Automatische kalibratie
De kooktemperatuur van het water is afhankelijk van de
luchtdruk. Bij het kalibreren wordt het apparaat op de druk ter
plaatse ingesteld. Dit gebeurt automatisch tijdens het eerste
gebruik (zie het hoofdstuk: Eerste gebruik). Er ontwikkelt zich
meer stoom dan gewoonlijk.
Belangrijk hierbij is dat het apparaat gedurende 20 minuten bij
100 °C zonder onderbreking stoomt. Open de apparaatdeur
niet in deze tijd.
Als het apparaat niet automatisch kon worden gekalibreerd
(bijv. omdat de apparaatdeur geopend was), wordt de kalibratie
bij het eerstvolgende gebruik automatisch uitgevoerd.
Na een verandering van plaats
Om ervoor te zorgen dat het apparaat zich weer automatisch
instelt op de nieuwe plaats zet u het terug naar de
en
gaat u over van het ene naar
¿
¾
en
¿
in de
Toepassing
30 - 230 °C
voor vochtig gebak, biscuittaart, stoofvlees.
Een ventilator aan de achterzijde verdeelt de warmte gelijkmatig in de binnenruimte.
35 - 100 °C
voor groente, vis, bijgerechten, voor het uitpersen van fruit en om te blancheren.
120 - 230 °C voor vlees, overschotels en gebak.
Hete lucht en stoom worden hierbij gecombineerd.
100 - 180 °C voor gerechten op borden en bakwaren.
Klaargemaakte levensmiddelen worden met behoud van de voedingsstoffen weer opge-
warmd. Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit.
35 - 50 °C
voor gistdeeg en zuurdesem.
Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur. Hete lucht en stoom worden
gecombineerd, zo droogt het deegoppervlak niet uit
35- 60 °C
voor groente, vlees, vis en fruit.
Hete lucht en stoom worden gecombineerd. Door het vocht wordt de warmte behoed-
zaam overgedragen op de gerechten. De gerechten drogen niet uit en vervormen niet.
60- 120 °C
voor rosbief, lamsbout.
Hiermee worden alle stukken vlees erg sappig.
30- 70 °C
voor servies van porselein.
In voorverwarmd servies koelen de gerechten niet zo snel af. Dranken blijven langer
warm.
60 - 100 °C
voor het warmhouden van gerechten tot twee uur
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.
9RRUYHUZDUPHQ
6WRPHQ
Bij de reinigingsstanden verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de getoonde temperatuur iets afwijken van de
daadwerkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Restwarmte
Na het uitschakelen geeft de temperatuurcontrole de
restwarmte in de binnenruimte aan. Is de laatste balk gevuld,
dan heeft de binnenruimte een temperatuur van ca. 300 °C. De
indicatie verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C is
gedaald.
Verwarmingsmethoden
Via de toets
kunt u het apparaat voor verschillende
"
toepassingen instellen.
fabrieksinstellingen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen) en
herhaalt u het eerste gebruik (zie het hoofdstuk:
Eerste gebruik).
Na een stroomonderbreking
Het apparaat slaat de instellingen van de kalibratie ook op na
een stroomonderbreking of wanneer de stekker uit het
stopcontact is gehaald. Het hoeft niet opnieuw te kalibreren.
&
de actuele
±
7