5.10
Positie van de elektrode
Positioneer de elektrode op de ontstekingsvlam,
houd rekening met de afmetingen vermeld in
Afb. 15.
OPGELET
5.11
Afstelling van de branderkop
De servomotor van de luchtklep 4)(Afb. 4) varieert niet alleen het
luchtdebiet in functie van de vraag om vermogen, maar varieert
via hendels ook de regeling van de branderkop.
Dankzij dit systeem is de regeling optimaal, ook bij het minimum
van het werkingsveld. Bij gelijke rotatie van de servomotor kan de
opening van de verbrandingskop gevarieerd worden door de
trekker op de openingen (5-6-7-8-10) te verplaatsen (Afb. 16).
20062792
De keuze van de opening wordt bepaald op basis van het ge-
vraagde maximum vermogen, zoals wordt aangeduid in Tab. G.
20051726
Installatie
0
18.5
- 2
Gaspijpstuk
In de fabriek wordt de maximumslag (boring 10, Afb. 16) inge-
steld.
Opening stangen
5
5
8
8
5
5
6
10
De gasleidingen verlaten de fabriek met ijking op
merkteken 1.
Dankzij de regeling die wordt aangeduid in Afb. 17
OPGELET
kunnen de gasleidingen in de optimale positie ge-
Afb. 16
draaid worden in functie van het systeem waarop
de brander is gemonteerd (bijv. ketels met vlamin-
versiekamer).
20
NL
71.5
± 1
Elektrode
Vermogen (kW)
Van
1200
3750
6700
8600
1500
5500
7500
9600
20077710
D9218
Afb. 15
A
3750
6700
8600
10600
5500
7500
9600
11500
Tab. G
Afb. 17