Hydraulische aansluitingen
Hydraulische aansluitingen interne eenheid
Voorbereidende controles:
– controleer of de installatie is schoon-
gemaakt;
– controleer of er geen onzuiverheden
aanwezig zijn in het water van de in-
stallatie;
– controleer of de gebruikte onderde-
len onderling compatibel zijn (ver-
mijd aansluitingen in ijzer en koper
tezamen);
– controleer of de aansluiting van de
installatie op de waterleiding correct
is;
D
E
– controleer of de waterdruk op het
voedingsnet niet hoger is dan 5 bar;
indien dit niet zo is, moet een druk-
regelaar worden geplaatst aan de
ingang van de installatie;
– controleer of er een terugslagklep
met kraan aanwezig is tussen het wa-
ter van de installatie en het tapwater
(indien aanwezig);
– Controleer of het expansievat van de
ketel geschikt is voor de hoeveelheid
water in de installatie, en voeg even-
tueel een tweede vat toe;
A
C
3
2
B
1
Na de controles:
– Sluit de externe eenheid aan op de
HYBRID-MODULE in het punt A.
– Sluit de aanvoer naar de installatie
aan op de aansluiting E.
– Sluit de retour van de installatie B
aan op de aansluiting van de externe
eenheid.
– Sluit een antivries-set aan (optioneel)
om te zorgen dat de externe een-
heid niet beschadigd raakt wanneer
de externe eenheid geen stroomtoe-
voer krijgt of een storing vertoont.
– Plaats een filter aan de ingang van de
externe eenheid.
A Aanvoer van de externe eenheid
B
Retour koud water naar de externe eenheid
C
Aanvoer van de aanvullende generator
D Retour naar de aanvullende generator
E
Toevoerleiding verwarming
1
Slangenset (optioneel)
2
Slibfilter (niet meegeleverd)
3
Kleppenset (optioneel)
4
Filter
5
Antivries-set (optioneel)
4
5
Afb. 42
35 / NL