Controleren van het luchtfilter van de
brandstofpomp
Controleer regelmatig of het luchtfilter van de
brandstofpomp vrij is van vuil.
Het filter kan indien nodig worden gereinigd met
een penseel.
1. Verwijder de twee bouten waarmee de
brandstofpomp vastzit.
2. Schuif de pomp weg zonder de leidingen los te
maken en borstel het filter schoon.
3. Plaats de brandstofpomp terug.
Luchtvoorziening uitlaatpijp Pro 18
Schoonmaken van het puls-air filter
1. Klap de motorkap omhoog.
2. Maak de vier snelsluitingen los, til het deksel
eraf en haal het filter eruit.
3. Blaas het filter schoon met perslucht.
Vervang het filter wanneer het is beschadigd of
niet kan worden schoongeblazen.
4. Plaats het filter terug in het deksel en maak het
deksel met de snelsluitingen vast. Zet de
motorkap weer op zijn plaats.
Controleren van de luchtinlaat van de
transmissie
Controleer of de luchtinlaat van de transmissie niet
is verstopt.
Verwijder de transmissiekap en haal indien nodig
maairesten van de koelflenzen.
Bij een verstopte luchtinlaat of een vies
transmissiehuis verslechtert het koelen, hetgeen
kan leiden tot beschadiging van de transmissie.
36
– Nederlands
ONDERHOUD