Maai-element
De machines kunnen uitgerust zijn met een aantal
verschillende elementen.
Een BioClip-element dat het gras fijnmaakt door het
een aantal malen te maaien voordat het als
meststof weer terug het gras in gaat.
Maai-element met zij- of achteruitworp, d.w.z. het
grasmaaisel wordt aan de zijkant van of achter het
maai-element uitgeworpen.
Een Combimaai-element dat werkt als een BioClip-
element wanneer een BioClip-plug is aangebracht,
maar dat omgezet kan worden naar achteruitworp
door de BioClip-plug te verwijderen.
Zie "Onderhoud\Controle van de messen" voor de
identificatie van het maai-element.
Plaatsing van de bedieningsorganen Pro 15
1.
Contactslot
2.
Chokebediening
3.
Gasbediening - regelt het toerental van de
motor
4.
Urenteller
5.
Regelaar voor de instelling van de
maaihoogte
6.
Hendel voor instelling van de maaikast
7.
Snelheidsregeling voor het achteruit rijden
12
– Nederlands
PRESENTATIE
8.
Snelheidsregeling voor het vooruit rijden
9.
Handrem
10.
Vergrendelknop voor handrem
11.
Hendel voor instelling van de zitting
12.
Brandstoftank
13.
Motorkapslot
14.
Hendel voor ontkoppeling van de aandrijving