Rijden met de zitmaaier
1. Los de handrem door het rempedaal eerst in te
drukken en dit vervolgens op te laten komen.
2. Druk voorzichtig een van de pedalen in tot de
gewenste snelheid wordt bereikt.
Bij vooruit rijden, pedaal (1) indrukken en bij
achteruit rijden pedaal (2).
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat takken niet bij de
pedalen kunnen bij het maaien
onder struiken.
Gevaar van ongewenste beweging.
3. Druk de blokkeerknop op de hendel in en laat de
maaikast zakken.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De levensduur van de aandrijfriemen wordt
aanzienlijk verlengd wanneer de motor op
laag toerental loopt wanneer de messen
worden ingeschakeld. Geef daarom pas vol
gas wanneer het maaielement neergeklapt
is naar maaistand.
4. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de
hendel voor het instellen van de maaihoogte.
Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen is
het belangrijk dat de luchtdruk in beide
voorwielen gelijk is, 60 kPA/8,5 PSI.
RIJDEN PRO 15
2
1
23
Nederlands –