Inhoudsopgave
Advertenties
Basisafstelling
Afstellen van de werkdiepte
Draai de spil (1) om de werkdiepte van de harktanden aan
te passen.
Draai de spil (1) rechtsom om de afstand tussen de
harktanden en de grond te verkleinen. Draai de spil (1)
linksom om de afstand tussen de harktanden en de grond
te vergroten.
LET OP: Wanneer de harktanden te laag zijn afgesteld,
kan dit verontreiniging van het voeder en beschadiging
van de graswortels veroorzaken. Wanneer de harktanden
te hoog zijn afgesteld, is een schoon harkresultaat niet
mogelijk.
Afstellen van de lengte van de topstang
Pas de lengte van de topstang aan zodat er ongeveer 2 –
4 mm (0.08 – 0.16 in) ruimte is voor het schuifblok op het
uiteinde van de geleidingsweg van de ophanging.
LET OP: De hendel voor de afstelling van de hefarmen
moeten in de neutrale positie staan, niet in de zwevende
positie.
Afstellen van de rotorhelling in de rijrichting
De rotor horizontaal staan (gezien vanaf de zijkant). Pas
de hoogte van de hefarmen aan om hoek van de rotor af
te stellen.
Bij grote gewashoeveelheden kan het handig zijn om de
rotor iets schuin naar voren te zetten. Laat de verbin-
dingsarmen niet zo diep zakken dat ze de gewaswortels
beschadigen.
Controleer na het afstellen van de hefarmen de afstel-
ling van de topstang zoals beschreven in 'Afstellen van
de lengte van de topstang'.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-3
1
ZEIL17HT00224AA
2
ZEIL17HT00225AA
Advertenties
Inhoudsopgave
