Info over technische termen
In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt.
A
B
C
D
F
I
K
L
M
N
P
R
S
T
U
W
A
• Toegangspunt (Access Point)
Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het
apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk.
• Wachtwoord beheerder (Admin Password)
Beheerwachtwoord in IJ Network Tool om toegang te beperken voor netwerkgebruikers. Het
wachtwoord moet worden opgegeven om toegang te krijgen tot de printer en de
printerinstellingen te wijzigen.
Wanneer de netwerkinstellingen van de printer zijn ingesteld op de standaardwaarden, hoeft u
het beheerwachtwoord niet in te voeren.
• AES
Een coderingsmethode. Deze is optioneel voor WPA. Sterk, cryptografisch algoritme dat wordt
gebruikt in overheidsinstanties in de VS voor verwerking van gegevens.
• AirPort Netwerk (Infra)
Configuratie van de clientcomputer en het apparaat waarbij alle draadloze communicatie via een
toegangspunt loopt.
• Verificatiemethode (Authentication Method)
De methode die een toegangspunt gebruikt om een printer via een draadloos LAN te verifiëren.
De methoden komen met elkaar overeen.
Wanneer u WEP als coderingsmethode gebruikt, kan voor de verificatiemethode Open systeem
(Open System) of Gedeelde sleutel (Shared Key) worden gebruikt.
Voor WPA/WPA2 is de verificatiemethode PSK.
• Automatisch (Auto)
De printer wijzigt automatisch de verificatiemethode, zodat deze gelijk is aan die van het
toegangspunt.
• Open systeem (Open System)
Bij deze verificatiemethode wordt de communicatiepartner geverifieerd zonder de WEP-
sleutel te gebruiken, zelfs als Wachtwoord (WEP) gebruiken (Use Password (WEP)) is
geselecteerd.