Opmerking
Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is
hoofdlettergevoelig.
3. Zoeken... (Search...)
Het venster Toegangspunten (Access Points) wordt weergegeven waarin u een
toegangspunt kunt selecteren waarmee u verbinding wilt maken.
Venster Toegangspunten (Access Points)
Opmerking
Als IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, is de knop lichtgrijs en kan deze
niet worden geselecteerd. Sluit de printer en de computer tijdelijk aan met een USB-
kabel om de instellingen te wijzigen.
4. Coderingsmethode: (Encryption Method:)
Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN.
Belangrijk
Als de coderingstypen van het toegangspunt, de printer of de computer niet
overeenkomen, kan de printer niet communiceren met de computer. Als de printer niet
kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is
gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt
overeenkomt met dat van de printer.
Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met
beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke
informatie, getoond worden aan derden.
Niet gebruiken (Do Not Use)
Selecteer deze optie als u codering wilt uitschakelen.
Wachtwoord (WEP) gebruiken (Use Password (WEP))
Verzending wordt gecodeerd met een WEP-sleutel die u hebt opgegeven.
Als er geen netwerkwachtwoord (WEP) is ingesteld, wordt het venster WEP-details (WEP
Details) automatisch weergegeven. Als u de eerder ingestelde WEP-instellingen wilt
wijzigen, klikt u op Configuratie... (Configuration...) om het venster weer te geven.
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen
WPA gebruiken (Use WPA)/WPA2 gebruiken (Use WPA2)
Verzending wordt gecodeerd met een netwerksleutel die u hebt opgegeven.
De beveiliging is strenger dan met WEP.
Als er geen netwerksleutel is ingesteld, wordt het venster Verificatietype bevestigen
(Authentication Type Confirmation) automatisch weergegeven. Als u de instellingen voor
de netwerksleutel wilt wijzigen, klikt u op Configuratie... (Configuration...) om het venster
WPA-details (WPA Details) of WPA2-details (WPA2 Details) weer te geven.
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen
5. Configuratie... (Configuration...)
Het venster met gedetailleerde instellingen wordt weergegeven. Het netwerkwachtwoord
(WEP) of de WPA/WPA2-sleutel die is geselecteerd bij Coderingsmethode: (Encryption
Method:) kan worden bevestigd en gewijzigd.
Meer informatie over de WEP-instelling:
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen
Meer informatie over de WPA- ofWPA2-instelling:
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen
6. TCP/IP-instelling: (TCP/IP Setting:)
Hiermee stelt u het IP-adres van de printer in dat moet worden gebruikt in het LAN. Voer
een waarde in die geschikt is voor uw netwerkomgeving.
IP-adres automatisch verkrijgen (Get IP address automatically)
Selecteer deze optie als u een IP-adres wilt gebruiken dat automatisch wordt toegewezen
door een DHCP-server. DHCP-serverfunctionaliteit moet zijn ingeschakeld op uw draadloze
LAN-router of toegangspunt.