Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montagevoorschrift Voor De Erkende Gastechnische Installateur; Algemeen; Cv-Bedrijf; Niet Adaptief - Gebruikers-Mode (Gebruikersdisplay "D") - AWB ThermoMaster 2HR 28.01 W Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4 WERKING

4.1 Algemeen

Indien er warmtevraag optreedt (warmwaterbehoefte of
ruimteverwarming) zal het toestel in bedrijf komen en zal het
cv-water door de aluminium warmtewisselaar verwarmd
worden. Bij een toestel zonder warmwatervoorziening wordt
het cv-water over het radiatorencircuit rondgepompt. Bij een
toestel met warmwatervoorziening zal, afhankelijk van de
warmtevraag, de drieweg klep gestuurd worden en wordt het
afgekoelde cv-water door de pomp vanuit de boiler of vanuit
de radiatoren naar de warmtewisselaar gepompt.
De voor de verbranding benodigde lucht wordt van buiten,
in de luchtkast die de warmte wisselaar omhult, aangezogen.
Over een binnen de luchtkast gelegen restrictie wordt ver-
volgens een drukverschil opgebouwd. Dit drukverschil is een
maatstaf voor de hoeveelheid gas die in de ventilator geïn-
jecteerd wordt. In de ventilator wordt de verbrandingslucht
met gas gemengd. Via de perszijde van de ventilator wordt
het mengsel aan de brander toegevoerd. De ontsteking van
het mengsel geschiedt naast het cilindervormige brander-
dek middels een electrode. Het toestel is in twee "modes"
te bedrijven. In de gebruikers-mode ("d") kan men de
standaard-programma's [4 cv en 4 sanitairprogramma's
(zie pagina 4)] met behulp van het op het toestel aanwezige
display selecteren. In de installateurs-mode ("C."), hiervoor
is een groot (4 cijferig) display of een PC nodig, kan men
alle parameters afzonderlijk volgens een parameterlijst (zie
boekje "installateurs-handleiding" art.nr. A000740372,
op aanvraag verkrijgbaar) instellen. In deze "mode" wordt
niet meer naar de instellingen van de gebruikersmode ge-
keken.

4.2 CV-bedrijf

4.2.1 Algemeen
Bij vragende kamerthermostaat (en geen boilervraag) wordt
direct de driewegklep geactiveerd. Tijdens de omlooptijd (15
seconden) van de driewegklep is de pomp niet bekrachtigd
(om afkoeling van de boiler over het cv-circuit te voorkomen
tijdens het omlopen van de driewegklep). De pomp wordt
bekrachtigd en de ventilator toert vervolgens op naar het
starttoerental. De gasklep wordt bekrachtigd en gedurende
2,7 seconden vindt er elektrische ontsteking plaats. Nadat
vlamdetectie heeft plaatsgevonden brandt het toestel ge-
durende 10 seconden op het starttoerental. Modulatie
(afhankelijk van het ingestelde cv-programma) vindt plaats
op de ingestelde of (bij een buitenregeling berekende) aan-
voertemperatuur. Indien het toestel uit gaat omdat de be-
reikte aanvoertemperatuur 5 ˚C hoger is dan de ingestelde
(cq. berekende) aanvoertemperatuur en vervolgens weer in
bedrijf komt dan wordt de ingestelde (cq. berekende) aan-
voertemperatuur automatisch met 10 ˚C verhoogd geduren-
de 60 seconden. Bij einde warmtevraag wordt de gasklep
gesloten en draait de pomp, afhankelijk van de gebruikers-
mode "d" of "C" gedurende 3 minuten na. Tenslotte stopt
de pomp en gaat de driewegklep naar de rustpositie
(richting boiler).
4.2.2 Niet adaptief - Gebruikers-mode
(gebruikersdisplay "d") (zie pagina 4)
Middels kamerthermostaat (cv-mode " 3(" ") en 4(" ")
Modulatie vindt plaats vanaf een bereikte aanvoertempera-
tuur van 85 ˚C.
Het toestel schakelt aan en uit door de kamerthermostaat.
Indien cv-mode "4" geselecteerd wordt loopt de pomp (zie
pagina 4) continu.
Middels buitenvoeler
Het toestel kan ook geregeld worden met een buitenvoeler.
Deze buitenvoeler met uitvoerige beschrijving (art.nr.
A000740322) kan bij AWB besteld worden. Het regelpro-
gramma kan geheel naar eigen wens in de gebruikersmode
"C" geprogrammeerd worden door de installateur.
4.2.3 Adaptief - Gebruikers-mode
( gebruikersdisplay "d", zie pagina 4,
cv-mode 1 "
" en 2 "
De adaptieve regeling is alleen te gebruiken bij toepassing
van een kamerthermostaat zonder buitenvoeler.
De adaptieve regeling bepaalt aan de hand van de aan/uit
tijden van de kamerthermostaat de voor de installatie beno-
digde capaciteit en zal er zodoende voor zorgen dat het
toestel op de "juiste" belasting brandt.
bij wisselende omstandigheden (dichtdraaien radiatorkranen
b.v.) zal de belasting aangepast worden (adaptief). Indien tij-
dens de warmtevraag de bij het geselecteerde programma
behorende aanvoertemperatuur wordt bereikt zal het toestel
gaan moduleren op die aanvoertemperatuur.
Het toestel zoekt zodoende de bij de installatie
horende belasting en zal met optimaal rendement
functioneren.

4.3 Tap-bedrijf

4.3.1 Gebruikersmode
(gebruikersdisplay "d", zie pagina 4)
Met tapsensor
De detectietemperatuur [die afhankelijk is van het geselec-
teerde sanitairprogramma (zie pagina 4)] van de tapsensor
bepaalt of er warmtevraag is. Bij aanhoudende warmtevraag
(of bij een warm toestel) zal het toestel gaan moduleren op
de retourtemperatuur (modulatietemperatuur). Deze modula-
tietemperatuur is afhankelijk van het geselecteerde sanitair-
programma (zie pagina 4).
Bij aanhoudende warmtevraag zal het toestel uiteindelijk uit-
schakelen bij een temperatuur die 5 ˚C hoger is dan de
modulatietemperatuur. Het toestel komt vervolgens weer in
bedrijf bij een temperatuur die afhankelijk is van de hysterese
die hoort bij het geselecteerde sanitair-programma.
Indien het non-combi-toestel wordt voorzien van een externe
boiler die voorzien is van een mechanische regelthermostaat
dan wordt de warmtevraag voor warmwater verkregen door
de schakelactie van deze mechanische regelthermostaat.
Deze mechanische regelthermostaat bepaalt tevens de
hysterese (verschil in ˚C tussen in en uitschakelen van het
toestel). Bij aanhoudende warmtevraag zal het toestel gaan
moduleren vanaf een aanvoertemperatuur van 85 ˚C. Wordt
de aanvoertemperatuur 90 ˚C dan zal het toestel uitschake-
len en bij aanhoudende warmtevraag weer inschakelen bij
een temperatuur kleiner dan 88 ˚C.
Indien de externe boiler wordt voorzien van een NTC
(art.nr. A000331012) dan vindt detectie en warmhouden van
de boiler plaats op een temperatuur van 60 ˚C (sanitair pro-
gramma "b" pagina 4).

4.4 Service-bedrijf

Het is mogelijk om het toestel gedurende 15 minuten op mi-
nimum of op maximum ingesteld cv-toerental te laten bran-
den voor servicedoeleinden (zie pagina 5, "L" en "H" mode).
")
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave