een woonomgeving. Dit toestel genereert en gebruikt
radiofrequente energie en kan dit tevens uitzenden. Bij een
onjuiste installatie en gebruik dat niet in overeenstemming
is met de instructies kan dit leiden tot schadelijk
interferentie van radioverbindingen. Het is echter niet
gegarandeerd dat geen interferentie in een bepaalde
installatie zal optreden. Als dit toestel schadelijke
interferentie aan radio- of televisieontvangst veroorzaakt
(dit kan worden vastgesteld door de apparatuur uit- en
in te schakelen), wordt de gebruiker aangeraden de
interferentie te corrigeren door middel van een van de
volgende maatregelen:
• De ontvangstantenne draaien of verplaatsen.
• De afstand tussen het toestel en de ontvanger
vergroten.
• Het toestel aansluiten op een stopcontact van een
circuit waarop de ontvanger niet is aangesloten.
• Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-reparateur.
25