Instellingen spuitpomp
LET OP:
Nadat het centrale infusiebewakingssysteem het recept naar de spuitpomp heeft
doorgestuurd, controleert u of het recept op de spuitpomp overeenkomt met het
werkelijke recept. Vervolgens start u de infusie.
Nadat de spuitpomp in het infuuswerkstation is geplaatst, geeft het centrale
infusiebewakingssysteem het recept door aan de spuitpomp via het
infuuswerkstation.
De spuitpomp kan niet worden bediend via het centrale infusiebewakingssysteem.
7.8
Verpleegkundigenoproep (optioneel)
Nadat een patië nt bij het bed op de oproepknop voor de verpleegkundige heeft gedrukt,
geeft de spuitpomp een geluidssignaal zodat de verpleegkundige tijdig de patië nt kan
bereiken.
7.9
Barcodescanner (optioneel)
Wanneer de spuitpomp is aangesloten op de barcodescanner, kunt u de patië ntgegevens
scannen (zoals patië nt-ID, naam, leeftijd, geslacht, gewicht, lengte, afdeling en bednr.) en de
patië ntgegevens op de spuitpomp bijwerken aan de hand van de systeeminstructies. De
barcodescanner ondersteunt het scannen van een barcode die wordt gegenereerd met behulp
van een tekenreeks van maximaal 18 tekens.
68/ 99