Instellingen spuitpomp
De HP-30 Neo-spuitpomp kan geen infusiedruk geven die het maximale
occlusieniveau overschrijdt (1125 + 145 mmHg).
7.1.5 KVO-instellingen
KVO staat voor Keep Vein Open, de infuussnelheid die nodig is om de ader open te
houden. Na het voltooien van een infuustaak waarvoor het TIV is ingesteld, zet de spuitpomp
de infusie voort op de vooraf ingestelde KVO-snelheid om het terugstromen van bloed en
vasculaire occlusie te voorkomen.
KVO-functieschakelaar: wordt gebruikt om de KVO-functie in of uit te schakelen.
KVO-modus: KVO Rate (KVO-snelheid) en Adaptive KVO (adaptieve KVO). Op
het scherm KVO Rate (KVO-snelheid) kunt u de constante KVO-snelheid instellen.
Op het scherm Adaptive KVO (adaptieve KVO) kunt u een overeenkomstige KVO-
snelheid instellen op basis van elk infusiesnelheidsbereik. Nadat de KVO Mode
(KVO-modus) is geactiveerd, schakelt de spuitpomp automatisch over op een KVO-
snelheid.
Instelbereik KVO-snelheid: 0,10 tot 5,00ml/u (minimale toenamestap: 0,01 ml/u).
7.1.6 Overschakelinstellingen
Stel de overschakeling in nadat u de spuitpomp in het infuuswerkstation hebt geplaatst.
De pompen in het infuuswerkstation infunderen vloeistof in sequentie volgens de
overschakelinstelling.
Relay On-Off (overschakeling aan/uit): Wordt gebruikt om te bepalen of de pomp
mag deelnemen aan overschakelen van de infusie. De parameters om het
overschakelen in te stellen zijn alleen zichtbaar als de overschakelfunctie is
ingeschakeld.
Enable Relay Cycle (overschakelcyclus activeren): Wordt gebruikt om in te stellen
of de huidige overschakelmodus een circulaire overschakeling is.
Relay Mode (overschakelmodus): Inclusief Cascade Relay (getrapte
overschakeling) en Custom Relay (aangepaste overschakeling).
In de modus getrapte overschakeling starten de pompen achtereenvolgens de
infusie in de volgorde van de aansluitingen. In de modus getrapte overschakeling
wordt circulaire overschakeling ondersteund.
In de modus aangepaste overschakeling starten de pompen achtereenvolgens de
infusie in de volgorde die door de gebruiker is ingesteld. Circulaire
overschakeling wordt niet ondersteund in de modus aangepaste overschakeling.
Relay Index (overschakelindex): De standaardwaarde is het nummer van de
aansluiting.
57/ 99